draaiboek

ER IS MAAR ÉÉN ARENDSOOG


anoniem 1


Woensdag
ALS Keesje Kruimel groot is, leest hij Arendsoog!” Voor u is dit misschien niet meer dan een aardige, uitdagende slagzin, voor ingewijden in het land van de Verantwoorde Jeugdlectuur was het niet minder dan een manifest, uitgevaardigd bij de jongste kinderboekenweek. Arendsoog? Nooit van gehoord? Het meest gelezen boek onder leerlingen van katholieke middelbare scholen (ofschoon bedoeld voor lezers van 11-12 jaar). En de schrijver, J. respectievelijk PAUL NOWEE (27) 2 na Bomans 3 de „beste auteur”, althans volgens het enigszins omstreden rapport van het Hoogveld-instituut.

In katholiek lectuurland haalde men verlicht adem. Geen stenen bruidsbedden 4 en gesponnen suikers 5 beheersen de lectuur van onze jeugd, maar Arendsoog en Witte Veder. Wie dat zijn? De helden van een miljoen kloeke jongensboeken (maar ook door 82 van de 100 meisjes gelezen) verdeeld over 26 banden. Heerlijke boeken soms met uitroeptekens: Het veeland in gevaar! Gemakkelijk leesbaar, spannend geschreven voor vermoeide huiswerkhoofden.
Arendsoog, de vriend der Indianen, is de held uit Mining Valley, een gefantaseerd dorpje uit Arizona. Eigenlijk heet hij Bob Stanhope. Hij is goed voor zijn moeder en zijn zusje Ann. Zijn vader is door schurken vermoord. Zijn avonturen spelen zich af in het Wilde Westen, maar ook in Canada of Mexico. Hij heeft al honderden tegenstanders buiten gevecht gesteld, maar er nooit een naar de andere wereld geholpen.

Blijft jong

Arendsoog was een jongeman in 1938 en hij is nu bij zijn zilveren jubileum nog geen dag ouder geworden. Naar meisjes kijkt hij niet om, al heeft hij een keer in het bijzijn van een Spaanse jongedochter gebloosd. Al zijn verhalen zijn nog uit voorraad leverbaar, alle 26 delen. Waaraan binnen twee weken deel 27 („Tweemaal-Arendsoog”) wordt toegevoegd.
„Het zijn boeken die alle jongelui kunnen lezen”, vertelt een zegsman van uitgeverij Malmberg in ’ s Bosch, „de jongen van de ambachtsschool zowel als de gymnasiast. Veel actie, gemakkelijke maar goede Nederlandse taal. Rechttoe-rechtaan, zonder knipoogjes naar volwassenen over het hoofd van de jonge lezers heen. Er zijn wel bibliothecaressen die niet aan Arendsoog willen. Zelf nemen zij op vakantie toch ook ontspanningslectuur mee?” De uitgever noemt klinkende namen (Perquin, Bomhoff), vurige voorstanders van boeken die de lezers rode oren van spanning bezorgen.
Uw Pennewip was in deel I de figuur van pater Boyle opgevallen, de vriend van Arendsoog „die er voor gezorgd had na de dood van zijn vader de zo natuurlijke wraakgedachten uit zijn gemoed te verdrijven”. „Ja, de eerste boeken droegen een katholiek stempel”, zegt de uitgever. „Witte Veder is eigenlijk een bekeringsgeschiedenis. Dat is anders geworden. De achtergrond is nu algemeen-christelijk, een schietgebedje wordt niet geweerd, gewonden blijven nooit onverzorgd achter, er wordt eerlijk gestreden. Er wordt veel werk gemaakt van de intrige. Paul Nowee krijgt de slag steeds beter te pakken”.



Paul Nowee
... na lang aarzelen ...

Het gaat mooi zo

WAT zegt de auteur er zelf van? Uw Pennewip trof hem op de Haagse Statenlaan, de zoon (uit een gezin met veertien kinderen) van wijlen de onderwijzer J. Nowee, de schepper van de oer-Arendsoog. Hij ziet er jong uit, is een flink stuk kleiner dan de kinderen zich Arendsoog zelf indenken, maar minstens even energiek. In een bakbeest van een kast staan alle drukken, een kleine tweehonderd boeken, bijna allemaal met het scherpe kleine Arendskopje op de band.
Uniek is deze creatieve erfenis van vader op zoon zeker. In 1958 stierf schoolhoofd J. Nowee. Midden in zijn twintigste boek werd hij ziek. Paul, die toen 22 was, stemde na lang aarzelen toe het boek af te maken. En van het een kwam het ander. „Het was eerst ontzettend moeilijk. Ik had ze wel allemaal gelezen, maar ik wist niets van romanschrijven. Het was detectivewerk, uit te zoeken welke plot vader voor ogen had. Hij gooide zijn figuren er niet voor niets in. Gelukkig is het met „Arendsoog en de goudkoorts” goed afgelopen. Je ziet er geen „barst” in.”
„Wat toen? Arendsoog was populair, maar dat maakte de zaak voor mij alleen maar moeilijker. Zou ik doorgaan? Kon ik het? Op een dag zat ik op een boomstronk op de Veluwe een sigaretje te roken. Er speelden Rotterdamse kinderen uit een vakantiekolonie. Een heel sterke was „Arendsoog”. Op dat ogenblik besloot ik door te gaan, en er reuze mijn best op te doen.

Niet vermoorden

KARL MAY heeft fout gedaan door „Winnetou’s Dood” te schrijven. Je mag een held niet laten doodgaan. Arendsoog en Witte Veder zijn van de kinderen. Ik mag ze niet vermoorden. Er moet altijd spanning blijven. Als vader op zolder aan ’t schrijven was, zaten we beneden. Als hij thee ging drinken slopen we naar boven, om alles meteen te lezen. Je wist nooit hoe vader het liet aflopen.”

Schrijver Nowee vult zijn leven vrijwel met Arendsoog. Hij werkt net als zijn vader. Eerst het hele boek in het hoofd, dan pas schrijven. Intussen groeit de volgende roman. Twee per jaar, maar geen massa-produktie. „Arendsoog is een held, maar geen supermens. De kinderen aanvaarden alles van hem, ook zijn fouten. Mijn boeken zijn nooit duidelijk moraliserend. Als de ideaal-figuren goede mensen zijn, hebben de boeken altijd hun pedagogische waarde. Ik heb nog wel wat andere plannen, maar dat hoeft niet in een of twee jaar. Ik ga door. Het gaat mooi zo.”


[1]In De Volkskrant, 11 juli 1963.
[2]Arendsoog alias Bob Stanhope en zijn indiaanse vriend Witte Veder waren figuren uit de Arendsoog-serie van Jan Nowee (* 17 juli 1901 , † 9 oktober 1958) en later diens zoon Paul Nowee (* 25 juni 1936 , † 30 september 1993). Waar Karl Mays Winnetou als „edele wilde”, die„normaal” praat en zich in zijn stervensuur tot het christendom bekent, wordt afgebeeld, ontpopt Witte Veder zich van meet af aan als een door-en-door katholieke indiaan, die (on)behoorlijk primitief praat.
[3]Godfried Bomans (voluit: Godfried Jan Arnold Bomans, * 2 maart 1913 , † 22 december 1971) was een Nederlandse schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid. Zijn bekendste boeken zijn „Pieter Bas”, „Erik of het klein insectenboek”, „De avonturen van Pa Pinkelman”, „Avonturen van Tante Pollewop” en de lagere school-lectuur-serie „Pim, Frits en Ida”. Van zijn hand is het artikel „Het ruikt hier naar gas. Een poging tot begrip van Karl May” in Elseviers Weekblad, 24 augustus 1963, elders op deze site.
[4]Het stenen bruidsbed” is een roman uit 1959 over het afschuwelijke bombardement op Dresden van de Nederlandse schrijver Harry Mulisch (voluit: Harry Kurt Victor Mulisch, * 29 juli 1927 , † 30 oktober 2010).
[5]Gesponnen suiker” is een verhalenbundel uit 1963 van de Nederlandse auteur en beeldend kunstenaar Jan Wolkers (voluit: Jan Hendrik Wolkers, * 26 oktober 1925 , † 19 oktober 2007).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website