Een schat in of aan het meer

Peter de Zwaan 1


Er zijn series die beklijven en series die teloorgaan. De beklijvers hebben soms een fanclub, of een soort fanclub, of een groep die jarenlang lekker kan haarkloven over titels, omslagen, namen, verhaallijnen en woorden die vroeger deugden maar nu niet meer.
Aan zoiets dacht ik toen ik in een kringloopwinkel boeken van Karl May zag. Het waren er veel, iemand had zijn kast uitgeruimd of, en dat is waarschijnlijker, hij was overleden en de kleinkinderen dachten: hèhè, eindelijk kan dat spul van opa weg, wat moest hij er toch mee.
Er stonden twee soorten boeken van May: de gebruikelijke hardcovers en omnibussen. Ik pakte de omnibus met Winnetou en Old Shatterhand, Old Firehand en Winnetou’s dood en woog hem op een hand. Dit kon niet, veel te licht die omnibus, Karl May hield niet van half werk en als een boek minder dan 300 pagina’s telde dan beschouwde hij het waarschijnlijk als een stukje knutselarij vervaardigd in een vakantieweek waarin hij zich een ongeluk verveelde.

Het betrof een omnibus met boeken die waren bewerkt door Henri van Hoorn die zich had voorgenomen May toegankelijk te maken voor de jeugd door diens werk grondig te slachten.
Voor Winnetou en Old Shatterhand had hij minder dan 60 pagina’s nodig en als de uitgever een 10,5 punts gangbare letter had genomen dan waren het er nauwelijks meer dan 30 geworden.
Arme Old Shatterhand, arme Winnetou. Ze hielpen elkaar, ze deden nobel en edel dat het bovenmenselijk was, ze lieten zich door Dikke Pelgrim en Lange Bart naar hartenlust uitschelden en ze klaarden de klus die dankzij Van Hoorn een babyklusje werd.
‘Vaarwel, mijn rode broeder!’
‘Tot weerziens, mijn blanke broeder!’

Dan De schat aan het Zilvermeer. Dat was andere koek. Opnieuw Old Firehand, maar nu met een streepje in zijn naam, Old-Firehand dus.
Het duurde geruime tijd voor ik aan lezen toekwam, want mijn ogen bleven haken aan de titel. Vroeger, op de middelbare school, las ik de boeken van Karl May. Old Shatterhand, Old Firehand, Old Surehand, Old Death, er was veel Old bij May, hij had al snel in de gaten dat zijn hardnekkige lezers Old Fans zouden worden.
Mijn ogen bleven haken, zei ik, want in mijn hoofd zat de titel De schat áán het Zilvermeer. Ik zou hebben gezworen dat die schat droog lag, maar hier stond echt ín het Zilvermeer.

Ik stelde er een vraag over aan de man die alles weet van Karl May, Biggles en de serie waar ik energie in stop, Bob Evers, en als iemand nou nog niet weet wie ik bedoel dan hoort hij niet tot de harde kern van een van de fanclubs.
Afijn, Roger Schenk stuurde me per omgaande een foto van een boek: Karl May, De schat aan het Zilvermeer.
Er zijn dus twee titels voor hetzelfde boek. Net als voorkwam in de Bob Evers-serie: Kunstgrepen met kunststukken, Kunstgrepen met kunstschatten en Stampei om een schuiftrompet, Stampij om een schuiftrompet.
Ik weet hoe het zit met de Kunstgrepen en de Schuiftrompet, maar het is onbevredigend als je na 347 pagina’s vol kleine letters nog steeds niet zeker weet of die verrekte schat van May nou ín of áán het meer hoort te liggen.





[1]Op: www.peterdezwaan.nl, 31 maart 2022.
Peter Johannes de Zwaan (* 17 augustus 1944) is een van Neerlands beste thrillerauteurs; naast tientallen jeugdboeken komt hem ook de eer toe om de beroemde Bob Evers-serie, in 1949 begonnen door Willy van der Heide (d.i. Wilhelmus Henricus van den Hout, * 3 juni 1915 , † 24 februari 1984), te mogen voortzetten; inmiddels heeft hij van die serie bijna net zoveel titels op zijn naam gebracht als Van der Heide zelf.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website