DE KLEREN VAN EEN SCHRIJVER EN ZIJN LEZERS.

Tentoonstelling in Berlijn toont Karl May als product van zijn tijd


Sander van Walsum 1




Verklede Karl May-lezers rond 1900.
Foto Archiv Verlegerfamilie Schmid


Karl May verkleed als Kara Ben Nemsi (1896).
Foto Privatsammlung Kißner

Voor oplichterijen zat hij jaren in de cel. Pas als schrijver had hij succes met zijn talent als fantast: de lezers van Karl May wilden graag belazerd worden.


Karl May - geestelijk vader van exotische figuren als Winnetou, Old Shatterhand, Hadschi Halef Omar en Kara Ben Nemsi - geldt als schrijver van jongensboeken. Beter: als schrijver van boeken die in een grijs verleden door jongens werden gelezen. Anders dan voor J.K. Rowling 2 - auteur van kinderboeken die ook door volwassenen worden gelezen - was de jeugd echter nooit zijn doelgroep. Karl May (1842-1912) had literaire aspiraties.
Daarmee voorzag hij in de behoefte van een groot en breed publiek. De dienstbode en de kruier behoorde tot zijn lezerskring, maar ook Albert Einstein 3, Albert Schweitzer 4, de Duitse keizer 5 en Karl Liebknecht 6, diens meest radicale tegenstander. Vorwärts, het periodiek van de SPD, situeerde het oeuvre van May tussen dat van Jules Verne 7 en Arthur Conan Doyle 8. Schrijvers en lettervrienden spraken na zijn dood lovende woorden over hem.
Zo’n dertig jaar later deed Adolf Hitler dat ook - in een gesprek met Albert Speer 9. De Führer zag in May een geestverwant, die net als hij veel vijandschap en scepsis had moeten trotseren. En hij liet, aldus Hitler, zien ‘dat je niet hoeft te reizen om de wereld te kennen’. Naar analogie van de schrijver die beelden opriep van landen die hij nooit had bezocht, dirigeerde Hitler vanuit Berlijn veldslagen op de steppen van Rusland en in de woestijnen van Afrika.
Zoals bekend is Hitler als dilettant ontmaskerd. Maar ook Karl May, die in zijn late levensmiddag voor het eerst een Indiaan in levenden lijve zag, heeft zich altijd moeten teweerstellen tegen het verwijt dat hij zijn lezers misleidde. Hij liet hen in de waan dat hij de avonturen van Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi zelf had meegemaakt. En in zijn eerste jaren als schrijver had hij onbekommerd verhalen geschreven over verre landen die hij nooit had bezocht.
Sommige collega-schrijvers bewonderden zijn schaamteloosheid. ‘Toen wij Wilhelm Tell 10 lazen’, schreef Erich Mühsam (1878-1934) 11, ‘werd Schiller 12 geprezen omdat hij nooit in Zwitserland was geweest, en met zijn fantasie een coulissenlandschap schiep. Als vandaag iemand onderhoudende verhalen schrijft waarvan de helden Soedanezen zijn, moet hij voor strenge rechters aantonen dat hij echt zelf in Soedan heeft geleefd. Wat de critici van May in zijn nadeel opmerken, spreekt alleen maar vóór hem.’ Het lezerspubliek was minder mild in zijn oordeel. Toen Karl May op 70-jarige leeftijd stierf, was hij de jongensboekenschrijver die hij niet had willen zijn.
Onder de doeltreffende titel Imaginäre Reisen is in de nieuwe, door I.M. Pei 13 ontworpen vleugel van het Historisch Museum in Berlijn tot 6 januari een tentoonstelling ingericht over Karl May en de fascinatie voor onbekende landschappen en volkeren van zijn tijdgenoten.
Karl May stond niet aan de wieg van die fascinatie, hij was er het product van. Onder invloed van de Zwitserse filosoof Jean Jacques Rousseau (1712-1778) 14 en diens Franse zielsverwant Alexis de Tocqueville (1805-1859) 15 leefde in Europa de modieuze opvatting dat het beschavingsproces gepaard ging met een verlies aan vrijheid en menselijke waardigheid. ‘De mens is vrij geboren, maar ligt overal aan ketens’, schreef Rousseau. ‘Zij zijn beter’, schreef De Tocqueville over de Indianen, ‘naarmate zij zich verder van de Europeanen verwijderen. In de wildernis van het Noord-Westen (van de Verenigde Staten, red.), nog met pijlen bewapend, maar gelukkig.’
De ‘nobele wilde’ figureerde op prenten en op de verpakking van koloniale waren. De door de Amerikaanse schilder/graficus George Catlin (1796-1872) 16 vastgelegde prairietaferelen sierden de woonvertrekken van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV. 17 Reisorganisaties - Thomas Cook 18 in Groot-Brittannië, Carl Stangen 19 in Duitsland - boden excursies in het Nabije Oosten aan. Deelnemers legden hun indrukken vaak vast in boeken of krantenartikelen.
Wie zich de weelde van een verre reis niet kon veroorloven, bezocht kermissen en koloniale tentoonstellingen waar ‘wilden uit Afrika’ of ‘indiaanse krijgers’ in vol ornaat werden getoond. Daarbij werden de indrukken vaak getoetst aan de verwachting die eerder door exotische prenten waren gewekt. Zo werd de Europese tournee van vijf Bella-Coola-indianen in 1885-1886 een commerciële flop omdat zij er in hun uitmonstering - veel maskers en weinig veren - naar het oordeel van het publiek niet als echte indianen uitzagen.



Affiche voor de Karl May Spelen van het Sächsische
Gemeindeverband, in 1938 in het Zwitserse
20 Rathen.
Foto Deutsches Historisches Museum

Karl May betrad dus bekend terrein toen hij in 1875, als redacteur van een Dresdens tijdschrift, een indianenverhaal schreef onder de titel Inn-nu-woh der Indianerhäuptling. Zijn keuze voor een loopbaan in de publicistiek was overigens uit nood geboren. May had het vak waarvoor hij was opgeleid - leraar op een basisschool - niet mogen uitoefenen na een reeks kruimeldiefstallen (waarvoor hij in 1862 tot zes weken tuchthuis werd veroordeeld).
Daarop werd een neiging zichtbaar die de rest van zijn leven zou blijven opspelen: om zelf iemand te zijn, nam hij de identiteit van een ander aan. Hij gaf zich uit als arts, en verkocht goederen die hem op afbetaling waren geleverd. Hij identificeerde zich als medewerker van een advocatenkantoor of als politie-ambtenaar en nam in die hoedanigheid ‘vals geld’ in beslag. Maar ook als fraudeur en zwendelaar was hij een mislukkeling: hij heeft bij elkaar zo’n acht jaar in de gevangenis doorgebracht. Zijn criminele loopbaan eindigde pas in 1878, toen hij tot een celstraf van drie weken werd veroordeeld na zich de privileges van een ‘hoge ambtenaar’ te hebben toegeëigend.
Daarmee was Karl May niet genezen van zijn hang naar kostumering. Hij kleedde zich als Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi - door May vertaald als ‘Karl, zoon der Duitsers’ - en wekte de suggestie dat de romans waarin zij figureerden feitelijk autobiografieën waren. Op gezag van May verspreidde de uitgever 21 van diens reisverhalen de leugen dat hij de beschreven landen had bezocht. En May was onverbeterlijk: tot zijn dood bediende hij zich van academische titels die hem niet toekwamen, en ging hij de juridische strijd aan met publicisten die zijn integriteit in twijfel trokken.

IN HET HUIS VAN KARL MAY HINGEN ‘DE GEWEREN VAN OLD SHATTERHAND’ AAN DE MUUR.

In zijn huis in Radebeul, Villa Shatterhand, was de fictie werkelijkheid geworden. Hier hingen de geweren aan de muur waarmee Old Shatterhand zijn belagers had gedood, en hier ontving Karl May zijn getrouwen - die zich voor die gelegenheid vaak als Arabier, indiaan of cowboy verkleedden. May zelf droeg graag een fez - het gangbare hoofddeksel voor mannen in het Ottomaanse Rijk. Zijn uitgestrekte tuin was gemodelleerd naar de landschappen die hij had beschreven.
De talrijke tekorten van Karl May doen echter geen afbreuk aan zijn verdiensten, zegt Johannes Zeilinger 22 van het Duitse Karl May Genootschap. Hij heeft de literatuur in Duitsland gedemocratiseerd, en hij heeft respect getoond voor ‘vreemde culturen’. ‘Hij heeft een bijdrage geleverd aan het begrip tussen de volkeren. De beide beste vrienden van Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi zijn buitenlanders: de Apache Winnetou en de Arabier Hadschi Halef. Dat is naar toenmalige én huidige maatstaven een ongewoon partnerschap.’
De Duitse deling had ook gevolgen voor de perceptie van het oeuvre van Karl May. In de Oost-Duitse Winnetou-films 23 was de Amerikaanse cavalerie belast met het uitmoorden van indianen, in de West-Duitse versies trad ze op als redder in de nood. De DDR-Winnetou (Gojko Mitic 24) sprak vloeiend Duits - ter vermijding van de schijn van discriminatie - zijn West-Duitse tegenhanger (vertolkt door Pierre Brice 25) struikelde over de naamvallen en de vervoegingen 26. Maar aan beide zijden van de Duits-Duitse grens was Winnetou ongemeen populair. Voor veel vroegere DDR-burgers geldt Mitic nog steeds als ‘de enige rooie van wie we hebben gehouden’. Brice - een Fransman - ontving in 1992 het Bundesverdienstkreuz voor zijn vertolking van Winnetou.
Diens geestelijke vader was toen al in de vergetelheid geraakt. Zeilinger noemt daarvoor twee oorzaken. ‘Karl May schreef in de taal van de 19de eeuw: gezapig, en vaak ook omslachtig. Maar een belangrijker factor is dat onze aarde onderzocht, bereisd en bemeten is. Het ontbreekt haar aan de exotica die ooit de fantasie prikkelden. Vandaag zijn het fictieve werelden - de toverschool van Hogwarth 27 of verre sterrenstelsels - waar het avontuur zich afspeelt. Exotische werelden vinden we alleen nog met ruimteschepen. Op onze aarde is het avontuur verdwenen.’ ■

Karl May - Imäginäre Reisen.
Deutsches Historisches Museum, Unter den Linden 2, Berlijn. Tot 6 januari dagelijks van 10.00-18.00 u.
Op 24 en 31 december is het museum gesloten. www.dhm.de



Winnetou op een boekomslag van
Bruno Schwatzeck
28 uit 1948.
Foto Karl-May-Verlag


Illustratie van Zdenek Burian 29
voor Winnetou I, 1939-1940.
Foto Karl-May-Verlag



  [1]In: De Volkskrant, 13 september 2007.
  [2]J. K. Rowling (voluit: Joanne Rowling, * 31 juli 1965) is een Britse schrijfster, die het bekendst is als auteur van de zevendelige Harry Potter-fantasy-serie, waarvan wereldwijd meer dan 500 miljoen exemplaren van verkocht zijn.
  [3]Albert Einstein (* 14 maart 1879 , † 18 april 1955) was een Duits, later Zwitsers en nog later Amerikaans theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. In 1921 ontving hij voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde, en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
  [4]Albert Schweitzer (* 14 januari 1875 , † 4 september 1965) was een Duits medicus, luthers theoloog, filosoof en schrijver; hij ontving in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn in woord en daad uitgedragen dogma ‘Eerbied voor al het leven’.
  [5]Bedoeld wordt Wilhelm II. (voluit: Friedrich Wilhelm Viktor Albert von Preußen, * 27 januari 1859 , † 4 juni 1941), de laatste koning van Pruisen en keizer van het Duitse Rijk van 15 juni 1888 tot 9 november 1918. Van vaderszijde was hij de kleinzoon van Wilhelm I., van moederszijde van koning Victoria van het Verenigd Koninkrijk.
  [6]Karl Liebknecht (* 13 augustus 1871 , † 15 januari 1919) was een Duitse communistische agitator, die van 1900 tot 1915 lid was van de (linkervleugel van de) Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD), tot hij met deze partij brak en samen met o.a. Rosa Luxemburg (geboren als Rozalia Luksenburg, * 5 maart 1871 , † 15 januari 1919), Franz Mehring (voluit: Franz Erdmann Mehring, * 27 februari 1846 , † 28 of 29 januari 1919) en Clara Zetkin (voluit: Clara Josephine Zetkin, geborene Eißner, * 5 juli 1857 , † 20 juni 1933) de nog radicalere Spartakusbund oprichtte.
  [7]Jules Verne (* 8 februari 1828 , † 24 maart 1905) was een Frans auteur van avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken, naar vele delen van de aarde en naar onbekende gebieden zoals de diepzee, het binnenste van de aarde en de maan. Hij wordt vaak gezien als de vader van de sciencefiction. Tot zijn bekendste romans behoren „Voyage au centre de la terre”, „De la terre à la lune”, „Vingt mille lieues sous les mers”, „Autour de la lune”, „Le tour du monde en quatre-vingts jours ” en „Michel Strogoff”.
  [8]Sir Arthur Conan Doyle (geboren als Arthur Ignatius Conan Doyle KStJ, DL, * 22 mei 1859 , †, 7 juli 1930) was een Brits auteur en arts, die vooral bekend werd als schrijver van vier boeken en zesenvijftig korte verhalen over de detective Sherlock Holmes (* „6 januari 1854”, † „onbekend”) en zijn assistent Dr. Watson. Doyle was een schrijver met een breed oeuvre en publiceerde naast zijn verhalen over Holmes ook nog historische romans, sciencefiction, toneelstukken, poëzie en non-fictie, onder meer parapsychologie en spiritisme.
  [9]Albert Speer (voluit: Berthold Konrad Hermann Albert Speer , * 19 maart 1905 , † 1 september 1981) was een Duits architect en stedenbouwkundige. Vanaf 1937 was hij rijksarchitect van de nazi’s en van 1942 tot 1945 rijksminister van Bewapening en Munitie.
[10]Wilhelm Tell was een legendarische vrijheidsheld die aan het begin van de 14e eeuw zou hebben geleefd in Zwitserland: volgens de legende zou de kruisboogschutter in 1307 geweigerd hebben de hoed te groeten die de – eveneens legendarische – landvoogd Hermann Gessler op een staak op het dorpsplein had laten zetten als symbool voor het heersende huis Habsburg. Gessler beval hem daarop met zijn kruisboog een appel van het hoofd van zijn zoontje Walter te schieten. Wilhelm Tell haalde twee pijlen uit zijn koker en schoot er één met succes door de appel. In de literatuur werd hij in de vorm van een toneelstuk vereeuwigd door de Duitse dichter Friedrich Schiller (voluit: Johann Christoph Friedrich Schiller, * 10 november 1759 , † 9 mei 1805; sinds 1802 von Schiller), in de muziek middels de opera „Guillaume Tell” van de Italiaanse componist Gioachino Rossini (voluit: Gioachino Antonio Rossini, * 29 februari 1792 , † 13 november 1868) en in de beeldende kunst o.m. door de talentvolle Zwitserse schilder Wenkelbach 🎨😉
[11]Erich Mühsam (* 6 april 1878 , † 10 juli 1934) was een Duits schrijver van Joodse afkomst. Hij was een van de leiders van de Beierse radenrepubliek in 1919 en werd tijdens de Weimar-Republiek een beeldbepalende anarchist en activist tegen het nationaalsocialisme. Van zijn werken zijn te noemen: „Die Eigenen”, „Die Homosexualität. Ein Beitrag zur Sittengeschichte unserer Zeit”, „Billys Erdengang. Eine Elephantengeschichte für artige Kinder”, „Die Hochstapler. Lustspiel in vier Aufzügen”, „Im Nachthemd durchs Leben. Ein süddeutsches Weihebühnen-Festspiel”, „Die Freivermählten. Polemisches Schauspiel in drei Aufzügen”, „Dem Andenken Gustav Landauers”, „Brennende Erde. Verse eines Kämpfers”, „Judas. Arbeiter-Drama in fünf Akten”, „Staatsräson, ein Denkmal für Sacco und Vanzetti”, „Von Eisner bis Leviné. Die Entstehung der Bayerischen Räterepublik. Persönlicher Rechenschaftsbericht über die Revolutionsereignisse in München vom 7. Nov. 1918 bis zum 13. April 1919” en „Unpolitische Erinnerungen”.
[12]Friedrich Schiller (voluit: Johann Christoph Friedrich Schiller, * 10 november 1759 , † 9 mei 1805; sinds 1802 von Schiller) was een Duitse arts, historicus, dramaturg, dichter en filosoof. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Die Räuber”, „Die Verschwörung des Fiesco zu Genua”, „Kabale und Liebe”, „An die Freude”, „Don Karlos”, „Die Götter Griechenlandes”, „Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande von der spanischen Regierung”, „Geschichte des Dreißigjährigen Kriegs”, „Hektors Abschied”, „Die Kraniche des Ibykus”, „Der Ring des Polykrates”, „Die Bürgschaft”, „Das Lied von der Glocke”, „Wallenstein-Trilogie” (=„Wallensteins Lager”, „Die Piccolomini” en „Wallensteins Tod”), „Maria Stuart”, „Die Jungfrau von Orléans”, „Die Braut von Messina” en „Wilhelm Tell”.
[13]I. M. Pei (voluit: Ieoh Ming Pei, * 26 april 1917 , † 16 mei 2019) was een Chinees-Amerikaans architect, van wiens hand o.a. de piramide op de binnenplaats van het Louvre in Parijs, de Rock and Roll Hall of Fame in Cleveland/Ohio, de John F. Kennedy Library in Boston/Mass., de nieuwe vleugel van het Historisches Museum in Berlijn en het het Museum voor Islamitische Kunst in Doha zijn.
[14]Jean-Jacques Rousseau (* 28 juni 1712 , † 2 juli 1778) was een Franstalig Geneefs verlichte filosoof en schrijver, die met zijn liefde voor de natuur aan de wieg van de Romantiek stond. Wereldfaam verkreeg hij met zijn werken „Narcisse ou l’Amant de lui-même, comédie représentée par les comédiens ordinaires du roi, le 18 décembre 1752”, „Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes”, „Julie, ou la nouvelle Héloïse”, „Émile, ou De l’éducation, dans lequel est inclus La profession de foi du vicaire savoyard au livre IV”, „Du contrat social ou, Principes du Droit Politique”, „Pygmalion”, „Les Confessions” en „Les Rêveries du promeneur solitaire”.
[15]Alexis de Tocqueville (voluit: Alexis-Charles-Henri Clérel, comte de Tocqueville, * 29 juli 1805 , † 16 april 1859) was een Frans aristocraat, politiek filosoof en socioloog, historicus en staatsman. Hij geldt als een belangrijk denker van het moderne politieke liberalisme. Zijn ideeën zette hij uiteen in o.a.: „De la démocratie en Amérique”, „L’Ancien Régime et la Révolution”, „De la démocratie en Amérique, Souvenirs, l’Ancien Régime et la Révolution”, „Sur l’Algérie” en „Mémoire sur le paupérisme 1835, Mémoire présenté à la Société royale académique de Cherbourg et publié en 1835 par celle-ci dans les Mémoires de la Société royale académique de Cherbourg”.
[16]George Catlin (* 26 juli 1796 , † 23 december 1872) was een Amerikaans kunstschilder, schrijver en reiziger die zich specialiseerde in het maken van portretten van indianen in Noord- en Midden-Amerika. Zijn reisverslagen, voorzien van vele illustraties, zijn verschenen onder de titel „Letters and Notes on the Manners, Customs and Conditions of North American Indians” (1841), in het Duits vertaald als „Die Indianer Nord-Amerikas und die während eines achtjährigen Aufenthalts unter den wildesten ihrer Stämme erlebten Abenteur und Schciksäle. Nach der fünften englischen Ausgabe deutsch herausgegeben von Dr. Heinrich Berghaus”. Deze Duitse vertaling bevindt zich, voorzien van talrijke onderstrepingen en aantekeningen, in Karl Mays bibliotheek („Karl Mays Bibliothek, 1. Band”, Bamberg/Radebeul: Karl-May-Verlag, 2021, Nr. KM0750, p. 294).
[17]Friedrich Wilhelm IV. (* 15 oktober 1795 , † 2 januari 1861) was van 1840 tot zijn dood koning van Pruisen. Hij was een oudere broer van Wilhelm I. (voluit: Wilhelm Friedrich Ludwig von Preußen (* 22 maart 1797 , † 9 maart 1888, van 1861 tot 1888 koning van Pruisen en van 1871 tot 1888 tevens keizer van het Duitse Rijk) en Albrecht (voluit: Friedrich Heinrich Albrecht Prinz von Preußen, * 4 oktober 1809 , † 14 oktober 1872).
[18]Thomas Cook (* 22 november 1808 , † 18 juli 1892) was een Brits ondernemer en de stichter van een reisorganisatie; zijn zoon John Mason Cook zette het werk van zijn vader voort. Op veel plaatsen verschenen ‘Thomas Cook and Son’-reisbureaus. In 1928 verkochten de kleinzonen het bedrijf ‘Thomas Cook and Son’ aan de maatschappij Compagnie Internationale des Wagons-Lits, waaruit later de Thomas Cook Group ontstond, die op 23 september 2019 failliet ging.
[19]Carl Stangen (voluit: Carl Friedrich Stangen, * 5 mei 1833 , † 21 november 1911) was een Duits ondernemer, wereldreiziger en schrijver. Hij richtte Carl Stangens Reisebüro op, het eerste internationaal opererende reisbureau van Duitsland. In 1905 verkocht Stangen zijn reisbureau aan Hapag; de nieuwe naam luidde: Reisebüro der Hamburg-Amerika Linie. Directeuren waren aanvankelijk Stangens zonen Ernst en Louis. Onder de naam Hapag-Lloyd Reisebüro bestaat de onderneming tot op de dag van vandaag.
[20]Rathen - sinds 1935 officieel Kurot Rathen genaamd - ligt natuurlijk niet in Zwitserland, maar in het deel van het Elbsandsteingebirge dat Sächsische Schweiz („Saksisch Zwitserland”) wordt genoemd. Het landschap deed de Zwitserse kunstenaars Adrian Zingg () en Anton Graff (), vanaf 1766 werkzaam aan de Dresdner Kunstakademie, denken aan hun vaderland, de Zwisterse Jura en noemden het Sächsische Schweiz. Voor die tijd droeg het Saksische deel van het Elbsandsteingebirge aangeduid als Meißner Hochland, Me^ßnisches Oberland of Heide über Schandau.
[21]Beodled wordt in eerste instantie natuurlijk Friedrich Ernst Fehsenfeld (* 16 december 1853 , † 16 september 1933), de uitgever te Freiburg im Breisgau die vanaf 1892 Karl Mays Gesammelte Reise-Erzählungen uitgaf en mede-oprichter van het Karl May Verlag was. Zijn uitgeverij verspreidde de ansichtkaarten van de als Old Shatterhand resp. Kara Ben Nemsi verklede Karl May. Maar al jaren daarvoor had Friedrich Pustet (* 25 februari 1798 , † 6 maart 1882), de uitgever van het katholieke tijdschrift Deutscher Hausschatz, zijn teleurgestelde lezers gerust proberen te stellen, als Karl May weer eens te laat was met het aanleveren van kopij, met de mededeling dat May op reis was in Amerika of de Oriënt.
[22]Dr. Johannes Zeilinger (* 1948) is een sportmedicus en Karl-May-onderzoeker in Berlijn. Vanaf 2007 tot 2019 was hij voorzitter van de Karl-May-Gesellschaft. Naast enkele bijdragen in de Mitteilungen der Karl-May-Gesellschaft en het Jahrbuch der Karl-May-Gesellschaft schreef hij in 2000 het boekje „Autor in fabula. Karl Mays Psychopathologie und die Bedeutung der Medizin in seinem Orientzyklus” en gaf hij in 2007 de bundel „Karl May in Berlin” uit.
[23]In de DDR zijn nooit Winnetou-films gemaakt! Als tegenhanger van de populaire verfilmingen naar de boeken van Karl May in West-Duitsland, werden in het oosten vooral de boeken van Liselotte Welskopf-Henrich (voluit: Elisabeth Charlotte Welskopf-Henrich, * 15 september 1901 , † 16 juni 1979) verfilmd.
[24]Gojko Mitić (Servisch: Гојко Митић, * 13 juni 1940) is een Joegoslavisch (Servisch)/Duits acteur en regisseur. Zijn bijnaam was en is „Chefindianer der DDR” omdat hij indertijd als tegenhanger van Pierre Brice in de Oost-Duitse indianenfilms gold). Hij begon zijn internationale filmcarrière echter met bijrollen in vier van de grote Karl May-films uit de jaren ’60: „Old Shatterhand” (een naamloze Apachedanser), „Winnetou 2. Teil” (Weißer Rabe), „Unter Geiern” (Wohkadeh) en „Winnetou 3. Teil” (naamloze Jicarillakrijger), voor hij door de Oost-Duitse filmmaatschappij DEFA werd benaderd voor grote rollen in „Die Söhne der großen Bärin”, „Chingachgook, die große Schlange”, „Spur des Falken”, „Weiße Wölfe”, „Tödlicher Irrtum”, „Osceola”, „Tecumseh”, „Apachen”, „Ulzana” en „Blutsbrüder”. In 1988 waagde de DEFA zich aan een verfilming naar Karl May: „Präriejäger in Mexiko” (naar de romans „Benito Juarez” en „Trapper Geierschnabel” en daarin speelt Mitić de rol van Bärenauge. Jarenlang speelde hij vervolgens mee bij de Karl-May-Spiele in Bad Segeberg. In 2016 keert hij terug op het scherm als Intschu-tschuna in de RTL-tv-film „Winnetou – Eine neue Welt”.
Zijn „officiële” bijnaam - voor zover bijnamen ooit officieel zijn - was „Chefindianer der DDR”, maar in de volksmond werd hij sporadisch ook wel „DDR-Winnetou” genoemd, omdat Winnetou internationaal, en zeker in beide Duitslanden, nou eenmaal het archetype van „de indiaan” is geworden.
[25]Pierre Brice (artiestennaam van Pierre Louis Baron le Bris, * 6 februari 1929 , † 6 juni 2015) was een Frans acteur, die in maar liefst elf van de zeventien grote Karl-May-verfilmingen in de jaren ’60 de rol van Winnetou speelde: „Der Schatz im Silbersee” (1962), „Winnetou, 1. Teil” (1963), „Old Shatterhand” (1964), „Winnetou, 2. Teil” (1964), „Unter Geiern” (1964), „Der Ölprinz” (1965), „Winnetou, 3. Teil” (1965), „Old Surehand, 1. Teil” (1965), „Winnetou und das Halbblut Apanatschi” (1966), „Winnetou und sein Freund Old Firehand” (1966) en „Winnetou und Shatterhand im Tal der Toten” (1968). Voorts speelde hij nogmaals de rol van Winnetou in de tv-series „Mein Freund Winnetou” (1980) en „Winnetous Rückkehr (1998) en trad hij een aantal malen op als gastacteur (uiteraard eveneens in de rol van Winnetou) bij de Karl-May-Spiele van Elspe en Bad Segeberg.
[26]Leuk verzonnen anekdote, vooral ook heel herkenbaar voor (te) veel van onze landgenoten, maar: de stemmen van „Winnetou” (Frans) en „Old Shatterhand” (het Amerikaans-Engels van Lex Barker, voluit: Alexander Crichlow Barker Jr., * 8 mei 1919 , † 11 mei 1973) werden in de films in het Duits nagesynchroniseerd! Pas eind jaren ’60 gingen de in Duitsland onmetelijk populaire Brice en Barker liedjes in het Steenkolenduits zingen, maar hun Duits was niet voldoende om in de films zelf ook echt Duits te spreken.
[27]Hogwarts (voluit: Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry is de tovenaarsschool waar Harry Potter, de hoofdpersoon uit een zevendelige fantasy-serie van de Britse schrijfster J. K. Rowling (voluit: Joanne (Jo) Rowling, * 31 juli 1965), leerling is. In de Nederlandse vertalingen heet de school Zweinstein (voluit: Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, terwijl in het Duits de naam Hogwarts (voluit: Hogwarts-Schule für Hexerei und Zauberei) is gehandhaafd.
[28]Bruno Schwatzek (voluit: Bruno Georg Schwatzek, * 3 mei 1908 , † 25 december 1990) was een Oostenrijks graficus en illustrator; hij ontwierp de voorkanten van Oostenrijkse licentie-uitgaven van de Karl May-boeken. Enkele daarvan zijn later overgenomen als voorkanten van een paar Gesammelte Werke, o.a. de iconische afbeeldingen die de delen de delen 7, 8 en 9 daarvan tot op de dag van vandaag sieren; en verder Band 30 (tot 2021) en 53 (tot het 597e duizendtal). Band 29 was t/m het 358e duizendtal voorzien van een door Schwatzek nagetekende voorkant van Sascha Schneider (voluit: Rudolph Karl Alexander Schneider, * 21 september 1870 , † 18 augustus 1927), terwijl de Bände 2, 3, 4, 5, 6, 14, 15, 16 (tot 1996), 17, 18, 20 (tot 2005), 21 (tot 2005), 22 (tot 2005), 27 (tot 2000), 36, 47 en 48 (tot 2000) door Schwatzek nagetekende voorkanten van Carl Lindeberg bevatten.
[29]Zdeněk Burian (voluit: Zdeněk Michael František Burian, * 11 februari 1905 , † 1 juli 1981) was een Tsjechisch schrijver, illustrator en paleo-artiest. Hij zou in totaal zo’n 20.000 illustraties hebben gemaakt, waarvan alleen al 500 tot 800 reconstructies van de prehistorie. Ook illustreerde hij Tsjechische Karl May-uitgaven; dertien van die illustraties zijn overgenomen op de voorkanten van de Duitse Gesammelte Werke: deel 11 (tot 1996), 12, 13, 33, 39 (tot 1999), 50, 60, 66, 67, 68, 69, 70 en 78.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website