Karl May diende de Stasi vanuit een blokhut in Radebeul

Dieuwke van Ooij 1


BERLIJN - Het ziet er zo onschuldig uit, het Karl Maymuseum in Radebeul bij het Oostduitse Dresden. In de villa, waar de schepper van Winnetou en Old Shatterhand woonde, is een aandoenlijke verzameling te zien van bezittingen van May.

Achterin de tuin staat nog steeds de ‘Villa Bärenfett’, een blokhut die de schrijver-fantast liet bouwen 2 en waarin tegenwoordig de geschiedenis van de Noord-Amerikaanse indiaan is uitgestald. Inmiddels krijgt de museumdirectie, twee mannen die de DDR-tijd met duizenden andere fans wegdroomden door te leven in de schijnwereld van Karl May, het zwaar te verduren. Weliswaar heeft zakelijk leider René Wagner nooit verzwegen dat hij leider was van de lokale school van de staatspartij (SED) maar uit de alom geprezen Stasi-dossiers blijkt dat hij (codenaam ‘Runge’) ook voor deze veiligheidsdienst werkte. Zelfs het Karl May-museum (schuilnaam ‘Karl’) komt als ‘conspiratief onderkomen’ in de archieven voor. Boven het zaaltje met de zilverbuks, de berendoder en het Henry-geweer werd door de Stasi vergaderd in een ruimte die eigendom was van de Karl May-stichting die in 1913 door de vrouw van de schrijver is opgericht. En zo blijkt de ras-leugenaar May postuum nog een Inoffizielle Mitarbeiter (IM) van de voormalige veiligheidsdienst van de DDR. De beide directeuren zijn niet bereikbaar voor commentaar. Volgens de telefoniste maken ze een dienstreis.

Veel waarschijnlijker is dat het ze allemaal te veel geworden is. Vorige week kregen ze namelijk bezoek van een heuse indiaan. Deze Robert Cruz 3 van het Papago-volk kwam niet bestuderen hoe zijn voorouders hadden geleefd, maar was in Dresden als vertegenwoordiger van de International Indian Treaty, een organisatie die de steun aan de Noord-, Midden- en Zuidamerikaanse indianen coordineert. Cruz bezocht een congres van de organisatie voor bedreigde volkeren waar hij in het kader van het Columbusjaar sprak. Van Karl May had hij nog nooit gehoord en zeker niet van het museumpje in het nabijgelegen Radebeul. Toen Cruz afgelopen zondag het dorp bezocht trof hij in Mays villa allerlei attributen aan die voor zijn volken heilig zijn. Cruz voegde de daad bij het woord en vorderde de pijpen, maskers en riemen direct terug. Wetenschappelijk directeur Klaus Hoffmann 4 was geschokt en hoopt dat het allemaal met een sisser zal aflopen. Maar het is een van de doelstellingen van Cruz’ belangenorganisatie om alle bezittingen van indianen van over de hele wereld terug te krijgen. Zou Radebeul zijn enige toeristische attractie nu kwijtraken? Ondenkbaar.

Een paar maanden geleden vertelden de beide directeuren 5 nog met trots dat hun museum gemiddeld eens per jaar door een indiaan werd bezocht. Die van dit jaar zullen ze niet met vreugde in het gastenboek noteren. Dit soort kwam niet in de boeken van Karl May voor. De gedesillusioneerde directie organiseert in september een ‘dienstreis’ naar de Verenigde Staten.


[1]In: Trouw, 01 juli 1992.
[2]Villa „Bärenfett” werd pas tussen 1926 en 1928 gebouwd door Patti Frank (artiestennaam van Ernst Johann Franz Tobis, * 19 januari 1876 , † 23 augustus 1959), dus 16 resp. 18 jaar na Mays dood!
[3]Robert Cruz is of was een indiaan van de Tohono Q’odham Nation (Papago) in Arizona. Hij is de Southwest Coordinator van de American Indians Against Desecration en assisteerde bioj de totstandkoming van de Native American Graves Protection and Repatriation Act. Sindsdien heeft hij geholpen de overblijfselen van meer dan 6000 indiaanse voorouders terug te krijgen van instituten en privécollecties om ze te herbegraven; dat doet hij in samenwerking met het World Archeological Congress.
[4]Dr. rer. nat. Klaus Hoffmann (* 3 december 1938 , † 26 februari 2023) was van 1987 tot 1993 wetenschappelijk directeur van het Karl-May-Museum in Radebeul. Naast talrijke bijdragen aan de Jahrbücher der Karl-May-Gesellschaft, Mitteilungen der Karl-May-Gesellschaft, die Horen enz. schreef hij ook de boeken „Karl May. Leben und Werk. Ausstellung in der Villa “Shatterhand”” en „Karl Mays Werke”. In dat laatste boek – verschenen bij Verlag Neues Leben – uit hij nogal wat kritiek op de bewerkingen van Karl Mays boeken door de Karl-May-Verlag, wat tot gevolg had dat deze uitgeverij het voor elkaar kreeg dat het boek kort na het verschijnen uit de handel werd genomen, waardoor slechts ongeveer 500 exemplaren in omloop zijn gekomen. Zelf bewerkte Hoffmann overigens DDR-herdrukken van „Der verlorne Sohn” in communistische zin door bij voorbeeld alle verwijzingen naar het christelijk geloof te elimineren.
[5]De andere directeur van het Karl-May-Museum was van 1986 tot 2013 en in 2020 René Wagner (* 20 maart 1950).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website