De fanclubblaadjes van de literatuur

Boudewijn Büch 1


VAN Winnitou heb ik wel eens gehoord, maar van Karl May heb ik nog nooit een boek gelezen. Misschien komt dat doordat ik niet van Indianen- en cowboyverhalen houd; hoewel ik in het algemeen niet van het televisietoestel ben weg te slaan, maak ik een ommetje door mijn boekenkasten wanneer er een western wordt uitgezonden. Van Jean Paulhan 2, een interessante Franse schrijver, heb ik veel te weinig gelezen. Van Heinrich Heine 3 heb ik een stuk meer gelezen. Van Theodor Fontanes 4 werk heb ik nog steeds te weinig gelezen en James Joyce 5 gaat mij steeds minder interesseren. Van Hölderlin 6 daarentegen kan ik niet genoeg krijgen.
Waarom bovenstaande leesverklaring afgelegd? Om dit te vertellen: dat ik niet zal rusten voordat ik alle afleveringen van het Jahrbuch der Karl May Gesellschaft heb uitgespeld, dat ik verlang naar het volgende Cahier Jean Paulhan, dat ik geen Heine Jahrbuch oversla, dat ik de Fontane Blätter verslind, dat ik de exemplaren van het James Joyce Quarterly koester en dat ik de Schriften der Hölderlin Gesellschaft vertroetel in mijn bibliotheek.
En dat is niet eens alles: ik bezit véél meer literaire blaadjes en jaarboeken, het jaarboek van de Goethe-club 7 uiteraard ook. Het zijn allemaal clubblaadjes; fanclubblaadjes, wel te verstaan. Ik zie geen verschil tussen Shattered! (het Rolling Stones Fanclub-blad 8, abonnementen: V.d. Spiegelstraat 94,4461 LN Goes; telefoon, na 18.00 uur, vragen naar Jaap Hoeksma: 01100-13128) en het geleerd ogende Karl May Jahrbuch 9.
De popfan en de literatuurliefhebber verschillen niets van elkaar, ze zijn allebei een beetje gek en willen alles over hun held weten. Is een artikel over de badkamers van Mick Jagger gekker dan een bijdrage van G. M. van Rossum 10 in Fontane Blätter (1974, p. 205 - 213) over ‘Fontane und der Balinesische Krieg’? Ik dacht van niet. Ik lees alle blaadjes, voor zover bereikbaar, die er verschijnen op het gebied van de rock ’n’ roll, de Stones en de literatuur. Op het gebied van muziek ben ik kritisch: het Beatles-fanclubblad 11 lees ik niet, maar een clubblaadje als Le Courrier Balzacien leer ik bijkans uit het hoofd. Vind ik Balzac 12 geen groot schrijver? Welzeker, maar een artikel als ‘Balzac en het feminisme’ (in de aflevering van oktober 1981) interesseert mij toch niet écht. Ondanks dat, móet ik het lezen, ik ben verslaafd aan triviale letterkundige ditjes en datjes.
Een enkele lezer zal zich afvragen: is hij op al die blaadjes geabonneerd? Het antwoord is: neen. Ik ben slechts op twee buitenlandse literaire periodieken geabonneerd (het Goethe-Jahrbuch en Parade sauvage, het fanclubblad van de Rimbaudliefhebbers) 13 en één binnenlands weekblad: De Groene. Op het laatste periodiek ben ik ingetekend omdat ik vind dat De Groene moet blijven (abonnementen: antwoordnummer 26, 1000 PA Amsterdam of per gratis telefoon 06 - 0224222). De rest koop ik los. Her en der bemachtig ik een aflevering van een buitenlands letterkundig blaadje en van de weekbladen schaf ik elke week alle nummers aan. Ik overweeg – maar dit terzijde – eerdaags een actie te starten voor Vrij Nederland. Want, los van al dat gekissebis, geroddel en jaloers of piktrapperige gedrag, moet Vrij Nederland natuurlijk blijven. Het lijkt wel of veel journalisten het de laatste tijd fijn vinden als dit weekblad zou verdwijnen. Er mag geen blad opgeheven worden!
Als ik weer ’ns zo’n buitenlands Balzac- of Fontane-blaadje koop, zit er vaak een kaartje in. ‘Geachte lezer, het gaat ons slecht, neemt u astublieft een abonnement,’ lees ik dan. Helaas: ik kan er niet aan beginnen want ik vergeet altijd te betalen. Ik koop liever los. Dat is natuurlijk niet zo’n probleem met Vrij Nederland, maar welke kiosk verkoopt het Fontane- of Paulhan-blad? Geen enkele. Dus zit ik thuis met onvolledige reeksen van al die papieren wierookvaatjes. Sedert kort ben ik eigenaar van zes afleveringen van het Karl May-jaarboek en daar ben ik zowel blij mee als verdrietig over. Want er verscheen voor de oorlog een ander Karl May-jaarboek (waarvan ik niet één exemplaar bezit) en in de DDR verschijnt er nog steeds een ander, waarschijnlijk marxistisch 14, jaarboek over de avonturenschrijver (zelfs nog nooit gezien).



Karl May in zijn werkkamer, met opgezette leeuw. Uit ‘Jahrbuch der Karl-May-Gesellschaft’, 1974.

Het May-jaarboek waarvan ik nu zes afleveringen bezit, begon in 1970 te verschijnen – er moeten dus tot op heden vijftien of zestien afleveringen gepubliceerd zijn – en ze hebben mij vanaf heden als vaste klant. Ik heb al van alles gelezen in het Jahrbuch: ruzies, krankzinnige mierenneukerij en artikelen over minder dan een zak lucht. Het fotomateriaal in de jaarboeken is grotesk, en zo was de heer May zelve ook. Hij woonde meestal in zijn Villa Shatterhand bij Dresden en daar zat hij tussen een hutjemutje van waarheid en fantasie: opgezette leeuwen, geweren, zwaarden en kleden; ontzettend veel tapijten.
Het vraagstuk ‘Wahrheit und Dichtung’ houdt het May-gezelschap het meest bezig. Tot lof van het gezelschap moet gezegd worden dat het niets uit de weg gaat. Het verklaart frank en vrij dat May een boef was, alles verzon (iets wat men een schrijver niet kwalijk kan nemen, lijkt mij; daar is hij voor) en een soort psychopaat was. Deze laatste constatering trof ik aan in het jaarboek 1978. Het aldaar geplaatste artikel, van Medizinal-direktor Dr. Kurt Langer 15, heet – hoe Duits! – ‘Der psychische Gesundheitszustand Karl Mays. Eine psychiatrisch-tiefenpsychologische Untersuchung’ breekt Karl May in bijna vijf bladzijden en met drieëntwintig voetnoten tot op de grond toe af.
De jongens die het Stones-fanclubblaadje maken, zouden het ’ns moeten proberen om Mick Jagger zó af te maken, maar het May-jaarboek durft het. May leed aan – ik citeer: ‘Hysterie en kleptomanie, ziekelijke fantasie, een narcistische neurose, onrijpheid in psychotische vorm, een gevangenispsychose, endogene psychosen, in het bijzonder een schizofrene of een ‘schizoaffektive’...’ Een jaarboek dat zo openhartig is, kan niet slecht zijn. En een schrijver die zo gek is, niet onbenullig. Ik beloof niet dat ik nu Mays talrijke werken zal gaan verslinden, maar een lidmaatschap van de Karl May Gesellschaft zit er in.


  [1]In: Het Parool, 19 januari 1987.
  [2]Jean Paulhan (* 2 december 1884 , † 9 oktober 1968) was een Frans schrijver, essayist en publicist. Bekende werken van zijn hand zijn o.a.: „Clef de la poésie, qui permet de distinguer le vrai du faux en toute observation, ou Doctrine touchant la rime, le rythme, le vers, le poète et la poésie”, „Sept nouvelles causes célèbres”, „Les causes célèbres”, „Lettre aux directeurs de la Résistance” en „De mauvais sujets”.
  [3]Heinrich Heine (voluit: Christian Johann Heinrich Heine, * 13 december 1797 , † 17 februari 1856) was een Duitse dichter van Joodse afkomst. Zijn bekendste werken zijn „Gedichte”, „Tragödien nebst einem lyrischen Intermezzo” (met hierin: „William Ratcliff”, „Almansor und Lyrisches Intermezzo”), „Dreiunddreißig Gedichte” (met hierin: &#!32;Die Loreley”), „Reisebilder. Erster Teil” (met hierin: „Die Harzreise”, „Die Heimkehr”, „Die Nordsee. Erste Abteilung” en verscheidene gedichten), „Buch der Lieder en Reisebilder. Zweiter Teil” (met hierin: „Die Nordsee. Zweite und dritte Abteilung”, „Ideen”, „Das Buch Le Grand” en „Briefe aus Berlin”), „Reisebilder. Dritter Teil” (met hierin: „Die Reise von München nach Genua” en „Die Bäder von Lucca”), „Der Salon. Erster Teil” (met hierin: „Französische Maler”, „Aus den Memoiren des Herren von Schnabelewopski” en verscheidene gedichten), „Der Salon. Zweiter Teil” (met hierin: „Zur Geschichte der Religion und Philosophie in Deutschland” en de gedichtencyclus „Neuer Frühling”), „Der Salon. Dritter Teil”, „Neue Gedichte” (met hierin: „Deutschland. Ein Wintermärchen”), „Atta Troll – Ein Sommernachtstraum”, „Romanzero”, en „Der Doktor Faust. Ein Tanzpoem”.
  [4]Theodor Fontane (* 30 december 1819 , † 20 september 1898) was een Duits schrijver van balladen, romans en recensies, ten tijde van de overgang van het realisme naar het naturalisme. Van zijn hand zijn o.a.: „Heinrichs IV. erste Liebe”, „Von der schönen Rosamunde”, „Gedichte”, „James Monmouth”, „Balladen”, „Wanderungen durch die Mark Brandenburg”, „Vor dem Sturm”, „Grete Minde”, „Ellernklipp”, „L’Adultera”, „Schach von Wuthenow, Erzählung aus der Zeit des Regiments Gendarmes”, „Graf Petöfy”, „Unterm Birnbaum”, „Irrungen Wirrungen”, „Fünf Schlösser. Altes und Neues aus Mark Brandenburg”, „Effi Briest”, Impressionen aus Italien”, „Der Stechlin” en „Mathilde Möhring”.
  [5]James Joyce (voluit: James Augustine Aloysius Joyce, * 2 februari 1882 , † 13 januari 1941) was een Iers schrijver die wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van de 20e eeuw. Zijn hoofdwerk is de roman „Ulysses”, die beschouwd wordt als hoogtepunt van het modernisme. Verder zijn bekend van hem: „Dubliners”, „A Portrait of the Artist as a Young Man”, „Exiles” en „Finnegans Wake”.
  [6]Friedrich Hölderlin (voluit: Johann Christian Friedrich Hölderlin, * 20 maart 1770 , † 7 juni 1843) was een Duitse lyrische dichter op de grens van de Weimarer Klassik en de Romantik. Hij schreef vooral gedichten, maar ook een (onvoltooid gebleven) tragedie, „Der Tod des Empedokles” en een roman, „Hyperion oder Der Eremit in Griechenland”. Tevens vertaalde hij een aantal tragedies van Sophocles in dichtvorm, hetgeen in zjn tijd niet gebruikelijk was, maar waarmee hij als het ware vooruitliep op de gang van zaken in de twintigste eeuw, waarin men poëtische vertalingen van werken uit de Oudheid juist wél op prijs stelde.
  [7] Johann Wolfgang Goethe (* 28 augustus 1749 , † 22 maart 1832; sinds 1782 von Goethe) was de grootste dichter en dramaturg die Duitsland ooit gekend heeft; daarnaast was hij wetenschapper, romanschrijver, filosoof, natuuronderzoeker en staatsman. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Heidenröslein”, „Wandrers Sturmlied”, „Götz von Berlichingen”, „Die Leiden des jungen Werthers”, „Egmont”, „Iphigenie auf Tauris”, „Torquato Tasso”, „Der Erlkönig”, „Römische Elegien”, „Reineke Fuchs”, „Wilhelm Meisters Lehrjahre”, „Xenien” (samen met Friedrich (von) Schiller);, „Faust. Eine Tragödie”, „Hermann und Dorothea” „Pandora”, „Wilhelm Meisters Wanderjahre”, „Die Wahlverwandtschaften”, „Zur Farbenlehre”, „Aus meinem Leben. Dichtung und Wahrheit”, „Italienische Reise”, „Über Kunst und Altertum”, „West-östlicher Divan”, „Marienbader Elegie”, „Faust. Der Tragödie zweiter Teil” en „Einzelnheiten, Maximen und Reflexionen”.
  [8]The Rolling Stones, vaak liefdevol afgekort tot The Stones, is een Britse rhythm-and-blues- en rockband die al actief is sinds 1962 en naast de combinatie van rock en rhythm-and-blues ook andere stijlen speelt of speelde, zoals blues, country, hardrock, reggae, funk en punk. De oorspronkelijke bezetting bestond uit zanger Mick Jagger (voluit: Sir Michael Philip Jagger, * 26 juli 1943), gitarist Keith Richards (* 18 december 1943), multi-instrumentalist Brian Jones (voluit: Lewis Brian Hopkin Jones, * 28 februari 1942 , † 3 juli 1969), bassist Bill Wyman (pseudoniem van William George Perks, * 24 oktober 1936) en drummer Charlie Watts (voluit: Charles Robert Watts, * 2 juni 1941 , † 24 augustus 2021). Jones werd op 8 juni 1969 uit de band gezet en vervangen door gitarist Mick Taylor (voluit: Michael Kevin Taylor, * 17 januari 1949), die op zijn beurt op 12 december 1974 opstapte en zo plaats maakte voor Ron Wood (voluit: Ronald David Wood , * 1 juni 1947); Wyman stapte in 1993 uit de band. Sinds 2021 bestaat „The Greatest Rock and Roll band in the World” nog uit drie vaste leden: Mick Jagger, Keith Richards en Ron Wood. De band, die het tegen alle voorspelling in nu al meer dan zestig jaar heeft volgehouden, heeft wereldwijd talloze hits gehad, waarvan „(I Can’t Get No) Satisfaction”, „Paint It Black” „Sympathy for the Devil”, „Brown Sugar”, „Angie” en „Start Me Up” slechts de allerbekendste zijn.
  [9]Het Jahrbuch der Karl-May-Gesellschaft (uitgegeven vanaf 1970 door de Karl-May-Gesellschaft) moeten we vooral niet verwarren met het Karl-May-Jahrbuch (uitgegeven van 1918 t/m 1936 en 1978 en 1979 door de Karl-May-Verlag).
[10]G. M. van Rossum is of was een Theodor Fontane-kenner uit Naarden, die in de Fontane-Blätter, Heft 19 (1974, pp. 205-213) een beschouwing schreef op Fontane’s gedicht „Die Balinesenfrauen auf Lombok” en de verontwaardiging daarover in de contemporaine Nederlandse literaire tijdschriften. Tussen 1846 en 1908 ondernam het Nederlandse leger zeven „expedities” (lees: oorlogen) tegen Bali.
[11]The Beatles was een beat- en popgroep uit Liverpool; in haar tamelijk korte bestaan heeft de band veel invloed gehad op de ontwikkeling van de popmuziek. Gedurende de langste tijd van haar bestaan bestond de bezetting van de band uit gitarist en zanger John Lennon (voluit: John Winston Ono Lennon MBE, geboren als John Winston Lennon, * 9 oktober 1940 , † 8 december 1980), bassist en zanger Paul McCartney (voluit: Sir James Paul McCartney CH MBE (* 18 juni 1942), gitarist George Harrison (voluit: George Harrison MBE, * 25 februari 1943 , † 29 november 2001) en drummer Ringo Starr (pseudoniem voor Sir Richard Starkey MBE, * 7 juli 1940). De band heeft in Nederland 22 nummer 1-hits gehad. Na het uiteenvallen van de band hadden alle leden min of meer succesvolle solocarrières.
[12]Honoré de Balzac (geboren als Honoré Balzac, * 20 mei 1799 , † 18 augustus 1850) was een van de belangrijkste Franse schrijvers van de eerste helft van de negentiende eeuw. Balzac was een romantisch schrijver, van wie het werk ook realistische elementen vertoont. Zijn bekendste werk is La comédie humaine, een reeks van ongeveer vijftig romans, onder te verdelen in Vie parisienne: „Facino Cane”, „César Birotteau”, „La Maison Nucingen”, „La Cousine Bette” en „Le Cousin Pons”; Vie de campagne: „Le Médecin de campagne” en „Le Curé de village”; Vie privée: „Gobseck”, „Le Colonel Chabert” en „Le Père Goriot”; Vie de province: „Eugénie Grandet”, „Le Lys dans la vallée” en „Illusions perdues”; Vie politique: „Une ténébreuse affaire”; Vie militaire: „Les Chouans” en „Une passion dans le désert”.
[13]Arthur Rimbaud (voluit: Jean Nicolas Arthur Rimbaud, * 20 oktober 1854 , † 10 november 1891) was een Frans dichter, avonturier en zakenman. Zijn belangrijkste werken zijn „Une saison en enfer” en „Illuminations” Hij was een vertegenwoordiger van het symbolisme en decadentisme en geldt als een van de grote vernieuwers van de dichtkunst.
[14]Karl Marx (* 5 mei 1818 , † 14 maart 1883) was een Joods-Duitse – vanaf 1849 statenloze – filosoof, econoom, historicus en criticus van kapitalisme en religie. In zijn „Manifest der Kommunistischen Partei” (geschreven samen met zijn handlanger Friedrich Engels, * 28 november 1820 , † 5 augustus 1895) en vooral in „Das Kapital” ontvouwde hij een van de gruwelijkste en verderfelijkste politieke systemen uit de wereldgeschiedenis.
[15]Kurt Langer (voluit: Dr. Kurt Langer, * 1931 , † 1990) was directeur van een ziekenhuis in Regensburg en schreef vier artikelen over Karl May in de Mitteilungen der Karl-May-Gesellschaft en twee in het Jahrbuch der Karl-May-Gesellschaft (het hier genoemde in 1978 en „Die Bedeutung der Angstlust in Karl Mays Leben und Werk” in 1986, pp. 268-276).



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website