Kinderen hebben „goede” èn „slechte” boeken nodig

anoniem 1

Amsterdam, maandag

GROTE MENSEN PROBEREN al eeuwen kinderen voor te schrijven welke boeken goed en welke slecht voor ze zijn. Ze maken onderscheid tussen boeken die een positief effect zouden hebben en de jonge lezers beter en gelukkiger maken en boeken die een uitgesproken verderfelijke invloed zouden hebben op de jonge zieltjes.

Helaas voor de onderzoekers en gelukkig voor de kinderen is men er nog nooit in geslaagd censuur op jeugdliteratuur met feiten te rechtvaardigen. Kinderen blijken namelijk uit sommige „slechte” boeken positieve dingen op te pikken en uit sommige „goede” boeken negatieve. Drs. Saskia Tellegen-Van Delft 2 verklaarde dat op een persconferentie over de Kinderboekenweek, die van vijf tot en met vijftien oktober wordt gehouden, als volgt: „Kinderen zijn niet logisch. Je weet niet wat een kind met een boek doet.”

Dagboek van Anne Frank

Een bewijs daarvan was het onderzoek van de Amerikaanse kloosterzuster Mary Corde Lorang 3, die in 1967 3000 middelbare scholieren vroeg naar de boeken die een goede of slechte invloed op ze hadden gehad. Het Dagboek van Anne Frank 4, dat volgens de voorschriften van het „National Office for Decent Literature” toch heel „geschikt” werd bevonden, had bijvoorbeeld een kwart van de leerlingen zo verschrikkelijk somber gemaakt dat het boek een louter negatieve invloed op ze had gehad. Daarentegen hadden „ongeschikte” boeken als die van Mickey Spillane 5 en de autobiografie van Malcolm X 6 volgens veel leerlingen juist een goede invloed op ze.

Onlangs deed Saskia zelf aan het Baschwitz Instituut in Amsterdam ook een onderzoek naar de invloed van jeugdboeken en daarbij kwamen soortgelijke feiten uit de bus. Zo zegt één van de 33 geïnterviewde studenten dat hij als kind geen enkele waardering kon opbrengen voor de alom bekroonde en aanbevolen boeken van An Rutgers van der Loeff 7: „Toen ik op de lagere school was, wilde ik montere boeken zoals de „AFC’ers” 8, „Biggles” 9, en „Bob Evers” 10. Rutgers van der Loeff en zo stonden me niet aan. Ik begrijp niet waarom ze zoveel ellende in hun boeken deden: van dooie ouders naar lawines, allemaal leed. Na twee bladzijden wist ik het al, dan legde ik het boek weg.”
Bij deze jongen, die de boeken die hem niet zinnen eenvoudig niet pakt of halverwege stopt met lezen, treedt volgens Saskia Tellegen het mechanisme „vermijding” op. Andere mogelijke mechanismen, die optreden als kinderen dingen lezen waarover ze zich al een mening hebben gevormd, zijn: „herkenning en bevestiging”, „ambivalentie”, en het „tegendraadse lezen”.



▉ An Rutgers van der Loeff, die miljoenen kinderen
boeit met haar prachtige boeken, maar één jongen
beroerd maakt met „al die opgelegde ellende, van
dooie ouders tot lawines...”



▉ Anne Frank, die met haar dagboek op een kwart van de ondervraagde scholieren een slechte invloed had: het maakte ons alleen maar somber.

Dorpse sfeer



▉ Een boek uit de Kameleon reeksen 11 van Kluitman 12, die een studente herkenning en bevestiging verschaften over wat „dorps” is.

Zo vond een meisje dat zelf in Amsterdam woonde, maar van haar oma allerlei verhalen over een dorp op de Veluwe hoorde, herkenning en bevestiging van die dorpse sfeer in „Marjoleintje van het Pleintje” 13 en de series van Kluitman. De hoofdpersonen daarin waren precies zoals zij zich dat had voorgesteld. „Die hadden ook iets achtergeblevens, net een ander soort kinderen in een andere tijd”. Het mechanisme „ambivalentie” wil zeggen dat er voor het gevoel van de lezer ergens iets niet klopt in een boek, zonder dat men kan zeggen waaraan dat precies ligt. Zo vertelde één van de ondervraagde studenten: „Op de lagere school las ik meisjesboeken zoals „Tessa de Tiener” 14. Er was iets dat me niet aanstond, maar ik wist niet wat. Het waren boeken met zachte meisjes. Dan dacht ik: ’t Is wel mooi, maar ik ben niet zo....”

Tegendraads lezen doen jongeren die het niet eens zijn met de inhoud van het boek, het toch lezen en er dan, afstandelijk, zo hun eigen conclusies uit trekken. Zo vertelde een studente, die zich afzet tegen rijke mensen, het desondanks zalig te vinden om over ze te lezen. „Rijke mensen, overtuigd van zichzelf, maar toch met problemen. Als ik dat tegenkom – in honderden romans – dan kan ik daar zo lekker op griepen. Als kind van acht deed ik dat al. Ik las over Remi in „Alleen op de wereld” 15. Eerst had hij het enig met al dat zwerven. Maar dan valt hij in de armen van z’n echte moeder. Daar leek me nu niets aan: zo’n rijke moe met van die tuttige poedeltjes.”



Saskia Tellegen ondervroeg met opzet (jonge) volwassenen in plaats van kinderen, omdat veel invloed van boeken slechts tijdelijk is en je pas ná de jeugd kan vaststellen welke indrukken blijvend waren. Die eerste blijvende indrukkend bleken in de meeste gevallen pas te ontstaan na het achtste jaar. Van voorleesboeken kon slechts ééntiende van de ondervraagde studenten zich überhaupt nog iets herinneren. Slechts bij één studente had een prentenboek invloed gehad op het beeld dat ze van zichzelf had. Het was het gouden boekje „Meneer de hond” 16 over de hond die van zichzelf was.

Doorslaggevend
Bij twee van de studenten bleek één enkel boek van doorslaggevende betekenis voor hun verdere leven te zijn geweest. Net zoals Albert Einstein 17 beweerde dat hij de moeilijke momenten in zijn leven doorkwam dankzij de avonturen van Karl May, A. den Doolaard 18 „Robinson Crusoë” 19 voor zichzelf van levensbelang achtte, en Maarten ’t Hart 20 door „Niels Holgerson” 21 besloot biologie te gaan studeren.



▉ Scène uit tv-serie naar het boek „Alleen op de wereld”, waarvan één van de ondervraagden zei: „Eerst had Remi het enig met al dat zwerven. Maar dan valt hij in de armen van die rijke moe met die tuttige poedels. Daar leek me nu niets aan”.


Een studente die al op de lagere school het Dagboek van Anne Frank las en vervolgens alle boeken over fascisme, die ze te pakken kon krijgen, is mede daardoor politieke wetenschappen gaan studeren. Een andere verlekkerde zich als kind aan de rijke mensen in een boekje dat zij „Het eigenwijze aapje” 22 noemt en werkte zich met de kennis uit dat verhaal op tot de upper ten. „Ik kwam zelf uit een arbeidersgezin, maar leerde uit het boekje hoe rijke mensen zich gedroegen, dat ze slagroom aten en kamers bestelden in een hotel.”


  [1]In: De Telegraaf, 26 september 1983.
  [2]Dr. Saskia Tellegen-van Delft (voluit: Saskia Beatrijs Tellegen-van Delft, * 1937 , † 8 oktober 2018) was werkzaam aan het ‘Baschwitz Instituut voor massapsychologie en openbare mening’ van de Universiteit van Amsterdam, waar zij onderzoek deed naar jeugdliteratuur. In 1986 promoveerde zij op het proefschrift „Waarom zou je lezen?”. Daarnaast heeft zij talloze publicaties over het leesgedrag van kinderen en jongeren op haar naam staan.
  [3]Sister Mary Corde Lorang, MM (geboren als Ruth Mary Mary Lorang, MM, * 16 juni 1904 , † 7 februari 1978) was een Amerikaanse missiezuster van de Dominicanessen van Maryknoll, lerares en schrijfster van drie boeken: „Maryknoll International Cookbook” (samen met Sister Mary Carol Cannon), „Footloose Scientist In Mayan America” en „Burning Ice”.
  [4]Anne Frank (voluit: Annelies Marie Frank, * 12 juni 1929 , † februari 1945) was een Duits en later statenloos Joods meisje dat wereldberoemd is geworden door het postuum gepubliceerde dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in het achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. Zij stierf vermoedelijk in februari 1945 aan vlektyfus in het concentratiekamp Bergen-Belsen, hoewel de Nederlandse autoriteiten haar officiële sterfdatum hebben vastgesteld op 31 maart 1945.
  [5]Mickey Spillane (voluit: Frank Morrison Spillane., * 9 maart 1918 , † 17 juli 2006) was een Amerikaanse schrijver van detectiveverhalen. Vooral zijn dertiendelige Mike Hammer-serie is bekend en overal ter wereld vertaald.
  [6]Malcolm X (schuilnaam van Malcolm Little, vanaf 1964 ook El-Hajj Malik El-Shabazz genoemd, * 19 mei 1925 , † 21 februari 1965) was een van de agressiefste leiders en woordvoerders van de Nation of Islam, een Afro-Amerikaanse militante moslimorganisatie voor gelijke rechten van de zwarte bevolking. Tijdens zijn leven ontwikkelde hij zich van een kleine crimineel tot een van de militantste zwarte separatistische leiders van de VS die wereldwijde bekendheid verwierf als voorvechter van het panafrikanisme. Hij werd vermoord door leden van zijn eigen organisatie.
  [7]An Rutgers van der Loeff (voluit: An Rutgers van der Loeff-Basenau, * 15 maart 1910 , † 19 augustus 1990) was een Nederlands schrijfster van kinderboeken, historische verhalen, psychologische romans en thrillers, die ook onder het pseudoniem Rutger Bas publiceerde. Van haar hand zijn o.a. „De kinderkaravaan”, „Amerika: pioniers en hun kleinzoons”, „Rossy, dat krantenkind”, „Brieven aan een zieke jongen, of Het verhaal van de hond Max”, „Jimmy en Ricky”, „Konijne-Japie”, „Ze verdrinken ons dorp”, „Gideons reizen”, „Alleen tegen alles: sluitstuk van een puberteit”, „Vlucht Wassilis, vlucht!”, „Bevrijdingsspel 1813”, „Kinderen van 1813”, „Een vlinder achterna”, „Vlucht uit de poolnacht”, „De Elfstedentocht: grote dag in Holland”, „August en Roosje”, „Ik ben Fedde”, „Verlangen naar vrijheid”, „De lieverdjes Plok”, „Een snoer parels” en „Je geld of je leven”.
  [8]De AFC’ers” was een indertijd zeer geliefd jongensboek van J. B. Schuil (schrijversnaam van Jouke Broer Schuil, * 20 maart 1875 , † 24 oktober 1960), een Nederlandse kinderboekenschrijver die ook boeken als „Jan van Beek”, „De Katjangs”, „De Artapappa’s”, „Doodverklaard” (vanaf de derde druk: „Rob en de stroper van Tjot-Idi”) en „Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen” op z’n naam heeft staan.
  [9]Biggles is een serie avonturenboeken van de Engelse piloot en auteur W. E. Johns (voluit: William Earl(e) Johns, * 5 februari 1893 , † 21 juni 1968); van de honderdeendelige serie zijn inmiddels negenennegentig delen in het Nederlands vertaald (stand: 2023).
[10]Bob Evers is de populairste Nederlandse jongensboekenserie uit de jaren ’50 en verder. De eerste 32 delen plus de delen 34 en 35 (en fragmenten van de delen 33 en 36) zijn geschreven door Willy van der Heide (pseudoniem van Wilhelmus Henricus Marie van den Hout, * 3 juni 1915 , † 24 februari 1985), de delen 37 t/m 72 (stand: 2023) door Peter de Zwaan (voluit: Peter Johannes de Zwaan, * 17 augustus 1944), die ook de delen 33 en 36 voltooide en de delen 34 en 35 bewerkte. Elders op deze website is redelijk wat informatie over deze serie en de schrijvers ervan te vinden.
[11]De Kameleon is een zestigdelige serie kinderboeken van de hand van de Friese auteur Hotze de Roos (* 24 november 1909 , † 15 oktober 1991); na zijn dood werden nog enkele delen geschreven door Fred Diks (* 1 juli 1955) en zichzelf B.M. de Roos (dit zijn Bies van Ede (* 27 april 1957) en Maarten Veldhuis (* 1956)), M. de Roos (d.i. Maarten Veldhuis (* 1956) resp. P. de Roos (d.i. Piero Stanco (* 6 september 1958), directeur van Uitgeverij Kluitman Alkmaar) noemende figuren.
[12]Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. is een Nederlandse uitgeverij die in 1864 in Alkmaar werd opgericht door Pieter Kluitman (* 9 januari 1838 , † 19 mei 1913). Kluitman is in de loop der tijd een van de bekendste uitgevers van kinderboeken in Nederland geworden met series als Dik Trom, Pietje Bell en De Kameleon. In december 2018 kwam er een einde aan Kluitman als zelfstandige uitgeverij, toen het bedrijf werd overgenomen door BBNC Uitgevers in Amersfoort, die het bedrijf wel onder de naam Kluitman voortzetten.
[13]Marjoleintje van het pleintje” is het eerste deel van de veertiendelige Marjoleintje-serie van Freddy Hagers (pseudoniem van Frederik August Betlem, * 9 september 1905 , † 12 november 1977). Een andere bekende serie van deze kinderboekenschrijver, die in totaal meer dan honderd jongens- en meisjesboeken schreef, was De Huishoudschool.
[14]Tessa de Tiener” is een meisjesboek van Willy Schermelé (voluit: Wilhelmina Schermelé, * 4 augustus 1904 , † 29 maart 1995), een Nederlands actrice, illustratrice, journaliste en schrijfster. Een van haar bekendste boeken was „Het Groote Negerboek” uit 1932.
[15]Sans famille” van de Franse auteur Hector Malot (voluit: Hector-Henri Malot, * 20 mei 1830 , † 18 juli 1907), die meer dan zeventig boeken heeft geschreven, maar wiens naam alleen in herinnering blijft dankzij dit ene boek, maar dat is dan ook een voltreffer: sinds zijn publicatie in 1878 is dit boek de absolute nummer één op de lijst van ontroerendste en aangrijpendste kinderboeken. In Nederland kennen we het onder de titel „Alleen op de wereld”, in Friesland als „Alinne op de wrâld”.
[16]Meneer de Hond” is een boekje voor kleuters uit de Gouden Boekjes-reeks, oorspronkelijk in 1952 verschenen als „Mister Dog: the Dog who Belonged to Himself” van de Amerikaanse schrijfster Margaret Wise Brown (* 30 mei 1910 , ” 13 november 1952).
[17]Albert Einstein (* 14 maart 1879 , † 18 april 1955) was een Duits, later Zwitsers en nog later Amerikaans theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. In 1921 ontving hij voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde, en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
[18]A. den Doolaard (pseudoniem van Cornelis Johannes George (Bob) Spoelstra jr., * 7 februari 1901 , † 26 juni 1994) was een Nederlands schrijver van reisverslagen en romans, waaronder „De druivenplukkers”, „De witte stilte”, „Quatre mois chez les comitadjis, meurtriers patentés”, „De herberg met het hoefijzer”, „Oriënt-Express”, „Hooge hoeden en pantserplaten”, „Wampie. De roman van een zorgeloze zomer”, „Door het land der lemen torens”, „De bruiloft der zeven zigeuners”, „Dolken en rozenkransen”, „Het verjaagde water”, „De laatste ronde”, „Kleine mensen in de grote wereld”, „Het land achter Gods rug”, de autobiografie „Het leven van een landloper”, „De goden gaan naar huis” en „Samen is twee keer alleen”. Veel van zijn romans en novellen spelen zich af in het zuiden van Noord-Macedonië, Kosovo, Albanië en Griekenland, reden waarom in Ohrid een monument ter nagedachtenis aan A. den Doolaard staat.
[19]Robinson Crusoe” – in Nederlandse vertalingen ook wel „Robinson Crusoë” – is een roman van de Engelse schrijver Daniel Defoe (* ± 1660 , † 24 april 1731) over een schipbreukeling die 28 jaar lang op een onbewoond eiland leeft.
[20]Maarten ’t Hart (* 25 november 1944) is een Nederlandse gedragsbioloog en schrijver. Bekende boeken van hem zijn o.a. „Stenen voor een ransuil”, „Een vlucht regenwulpen”, „De dorstige minnaar”, „De droomkoningin”, „De kroongetuige”, „De ortolaan, novelle”, „De jacobsladder”, „Onder de korenmaat”, „De nakomer”, „De vlieger”, „De zonnewijzer”, „Lotte Weeda” en „Het psalmenoproer”.
[21]Nils Holgersson is de hoofdpersoon uit het kinderboek „Nils Holgerssons underbara resa genom Sverige” (d.i. „Nils Holgerssons wonderbare reis”) uit 1906 van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf (voluit: Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf , * 20 november 1858 , † 16 maart 1940), dat in eerste instantie bedoeld was om kinderen op een speelse manier de topografie van Zweden te leren; dat nam niet weg dat het boek een wereldwijde bestseller werd: al in 1911 verscheen bijv. de Nederlandse vertaling.
[22]Het eigenwijze aapje” is een (mij) onbekend boek.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website