Vijfentwintig gulden inclusief aan Adriaan Schuurman

door A.J. Kiel 1


[Over protestants-christelijke gezangen, psalmen en de componist Adriaan C. Schuurman (1904-1988) 2]

[…]

Karl May

Ad den Besten 3 vertelt over gezang 431 4 onder andere dit:

„Hoe geliefd het er (in Duitsland, ajk) wel is, en al sinds lang, moge blijken uit het feit, dat het in Karl Mays Unter Geiern (Ned.: De zoon van den berenjager) uitdrukkelijk ter sprake komt: – Ik citeer uit de Nederlandse vertaling – Old Shatterhand is aan het woord: ,U hoeft mensen niet te bedanken, u kunt beter onzen God daarboven danken, die u de kracht heeft gegeven de onbeschrijfelijke ellende te doorstaan. Wij zijn allen slechts zijn werktuig geweest. Laten wij allen ons gebed tot Hem opzenden, zoals het in ons mooie kerklied staat:

     Ik riep den Heer aan in mijn nood:
     ,Ach, God, Hoor naar mijn schreien!”
     Toen redde Hij mij van den dood
     en liet mij troost gedijen.
     Daarvoor, o God, bedanken wij!
     O, dankt toch, dankt toch God met mij!
     Van God, den Heer, de ere!

Hij had zijn hoed afgenomen en de woorden langzaam, luid en innig als een gebed laten klinken. De anderen hadden eveneens hun hoofd ontbloot. Het opperhoofd van de Sioux, dat geboeid op den grond lag, had met klimmende verbazing dit voorval gadegeslagen.
Nietwaar, door zulke boeken wordt het jonge volkje nog eens op andere gedachten gebracht!”

[…]


[1]In: Trouw, 21 januari 1978.
[2]Adriaan C. Schuurman (voluit: Adriaan Cornelis Schuurman, * 28 juli 1904 , † 24 augustus 1998) was een Nederlands musicus en componist van kerkmuziek. Hij componeerde orgel- en koorstukken en schreef „Psalmodieën” (1974). In het „Liedboek voor de Kerken” werden twintig melodieën van zijn hand opgenomen. Hij geldt als een van de meest invloedrijke naoorlogse Nederlandse kerkmusici.
[3]Ad den Besten (voluit: Adriaan Cornelis den Besten, * 11 maart 1923 , † 31 maart 2015) was een Nederlands dichter, essayist en uitgever van poëzie. Hij is vooral bekend geworden als medewerker aan het „Liedboek voor de Kerken” (1974) en de nieuwe psalmberijming van 1967.
[4]Gezang 431 is een vertaling van het oude Duitse kerklied „Sei Lob und Ehr dem höchsten Gut” van Johann Jakob Schütz (* 7 september 1640 , † 21 mei 1690, tekst), aanvankelijk op muziek gezet door Johann Crüger (* 9 april 1598 , † 23 februari 1662). Dit is de versie die ook vandaag de dag nog wordt gezongen in protestants-christelijke kerken in Nederland. Bekender is evenwel de gelijknamige cantate van Johann Sebastian Bach (BWV 117; * 21 maart [jul.]/31 maart [greg.] 1685 , † 28 juli 1750) op deze tekst.
Karl May noemt in „Unter Geiern” alleen de vierde strofe, „Ich rief den Herrn in meiner Not”, hetgeen deze Ad den Besten dus ook doet, maar dan in vertaling.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website