Craig Strete, Indiaan en dichter:

‘Nederland is leuk, maar ik mis het doodsgevaar’

door Frank van Dijl 1


HAARLEM - „Karl May zou doodgeschoten moeten worden. Ze zouden hem moeten opgraven en hem alsnog doodschieten,” zegt Craig Strete, voluit: Kermit Craig Kee May Sahonis Tutschwas Strete oftewel Vogel Die Zingt Als De Wereld Ophoudt Te Bestaan, 27, Cherokee-indiaan, schrijver-dichter.
„Nee, hij is nooit in het Engels vertaald, die schande is ons gelukkig bespaard gebleven 2. Maar zulke schrijvers hebben we ook in Amerika. Het is voor blanken altijd gemakkelijker geweest om over Indianen te schrijven en te publiceren dan voor Indianen. Blanken verdienen een hoop geld aan boeken vol leugens – ze stellen de Indianen voor als een romantisch natuurvolk.”



Craig Strete (Foto: Frits Droog)

Pas de laatste jaren beginnen Indiaanse schrijvers zich te roeren. Craig Strete is een van hen. Verhalen van hem zijn intussen vertaald in veertien talen, zijn eerste echte boek verscheen vorig jaar bij de Haarlemse uitgeverij In de Knipscheer: „Als al het andere faalt kunnen we de zweep leggen over de ogen van het paard en hem laten huilen en slapen”, een bundel fantastische verhalen, onlangs gevolgd door de poëziebundel: „In Geronimo’s doodkist zagen we blanke kamera’s Indiaanse wormen interviewen” 3
Na deze buitenlandse successen begint ook in de Verenigde Staten belangstelling voor Strete te ontstaan. In het najaar verschijnt daar „The bleeding man and other science fiction stories”. In Nederland werkt Strete aan verschillende boeken tegelijk. Hij deed dat onder meer in de etalage van Atheneum Boekhandel in Amsterdam.
Strete: „Niemand begreep dat ik in een etalage kon zitten schrijven. Ik heb er drie hoofdstukken voor een roman, verhalen, veertig bladzijden voor een andere roman en gedichten geschreven, ook terwijl ik sprak met mensen. Ik schrijf in mijn hoofd, ik droom de verhalen, ik hoef ze alleen maar uit te tikken.”
Wijzend op zijn hoofd zegt hij: „Ik heb hier nu vier boeken zitten, acht korte verhalen, en poëzie, poëzie zit er altijd, tussen de tien en twintig gedichten gaan voortdurend door mijn hoofd. Ik schrijf om de dingen uit mijn hoofd te krijgen. Ik kan niet stoppen met, denken, ik slaap weinig. Eigenlijk verkeer ik altijd in een soort droomtoestand: soms kan ik moeilijk onderscheiden wat echt is en wat een droom.”
Vaak durf ik niet te gaan slapen omdat ik bang ben voor mijn dromen, ik blijf dan dagenlang wakker.”

Horror stories

Zoals zijn dromen soms nachtmerries zijn, zo zijn zijn verhalen horror stories, gewelddadig als de Amerikaanse steden waarin hij gewoond heeft. Nederland is een leuk land,” zegt Strete, „maar voor mij te rustig. Ik mis het doodsgevaar.
Ik schrijf meer over mijn nachtmerries dan over andere dromen, omdat ik alleen kan schrijven als ik me bedreigd voel. Ik heb chaos nodig. Alle goede literatuur komt voort uit het ontbreken van vrede, uit een gevoel van ontevredenheid. Daarom ben ik erg hoopvol wat de Indiaanse literatuur aangaat – die stelt nog niet veel voor, maar hij gaat erg groot en erg sterk worden.
Alle culturen rijzen op uit de schaduw van de dood. Een cultuur is dan op zijn best als hij moet vechten om te overleven.”
Wat dat betreft is er inderdaad alle reden om hoge verwachtingen te koesteren van de Indiaanse cultuur. Van alle bevolkingsgroepen in Amerika zijn de Indianen de minst welvarende. De Indianen hebben het grootste aantal zelfmoorden, alcoholisme tiert welig; gemiddeld worden ze niet ouder dan 36 jaar, terwijl andere Amerikanen gemiddeld de leeftijd van 72 jaar bereiken.
Veel Indianen, wonen in de ghetto’s in de grote steden, andere leven in reservaten, waarin ze nauwelijks hun eigen identiteit kunnen beschermen tegen de allesopvretende blank-Amerikaanse cultuur. Hun traditionele leefwijzen hebben ze veelal moeten opgeven, omdat ze onvruchtbaar land kregen, of vergiftigde rivieren, of bossen zonder wild.

27 jaar is oud

Craig Strete: „Gemeten naar sommige maatsteven ben ik een oude man, 27, mijn leven is haast voorbij. De meeste vrienden zijn dood, door zelfmoord, ongevallen, of ze zitten in de gevangenis. Het is moeilijk voor Indianen om een reden te vinden om te blijven leven. In sommige reservaten kun je niet leven. Daar is zoveel geweld, een moord per week, dat soort dingen. De meeste Indianen krijgen net niet genoeg geld om netjes te leven en daarbij wonen ze in gebieden waar je niet kan jagen of vissen. Een reservaat is een stuk land dat niemand anders wil hebben, dat is de definitie.
Soms vinden ze olie in een reservaat, dan moeten de Indianen weg.”

– Ik las in de krant dat enkele stammen contact gezocht hebben met de OPEC-landen om de aanwezige bronnen te exploiteren.
Strete: „Ja, sommige stammen gaan erg vooruit. Het is vooral een juridische strijd. Amerika heeft zich nooit aan enig verdrag gehouden: er is niet één verdrag tussen Amerika en de Indianen dat niet verbroken is, dat verbaast me steeds weer. Er is een Indiaanse grap over. Een blanke zegt tegen een Indiaan: „Je denkt toch niet dat ik je wil bedriegen?” Zegt de Indiaan: „Ik weet het niet, waarom sluit je geen verdrag, dan zien we dat wel.”
Indianen vormen een minderheid, maar het probleem is dat er duizend problemen zijn. Elke stam moet zijn eigen gevecht leveren.”

– Heeft „Wounded Knee” 4 geholpen bij het bewustwordingsproces van de Indianen?
Strete: „Het was erg goed, ,Wounded Knee’, omdat daardoor een hoop aandacht op de problemen gevestigd werd. Iedereen werd wakker geschud. De Indianenbeweging heeft gedaan wat mogelijk was. Het is erg moeilijk om voor alle Indianen te spreken. ,Wounded Knee’ was goed omdat bewezen werd dat we sterk zijn, dat we konden zeggen: ,Dit hoeven we niet meer te nemen’. Maar soms ben ik erg pessimistisch.”

Andere kijk

– Helpen je boeken?
Strete: „Die zijn ook voor onszelf een geheugensteuntje. Om ons eraan te herinneren dat we kunnen spreken, kunnen schrijven. Indianen hebben een andere kijk op de wereld, het is belangrijk dat die niet verdwijnt, ze hebben zelfs verschillende wereldvisies. Indianen vormen het wijdst verspreide ras ter wereld, ze hebben duizenden culturen. Ze bouwden steden lang voordat de blanken kwamen. In films zie je altijd de Indianen van de prairies, de nomaden met hun tipi’s, maar er waren ook Indianen die in houten steden woonden. Zo heeft iedereen een verkeerd beeld van de Indianen. Er zijn zoveel stammen die net zo anders zijn dan ik als een Italiaan of een Hollander.”

– Het ontbreken van eenheid bevordert de strijd van de Indianen niet bepaald.
Strete: „Dat is het grote probleem. Sommige stammen zijn al vijfhonderd jaar elkaars vijanden, die zien geen reden om vrede met elkaar te sluiten.”

– Dus je denkt niet dat de Indianen in staat zijn één grote vuist te maken?
Strete: „Die gedachte beangstigt Amerika wel. De FBI 5 houdt ons in de gaten, daar wordt veel geld en energie in gestopt. De illegaliteiten die Richard Nixon 6 jegens ons begaan heeft, die gebeuren, nog steeds.”


[1]In: Het Vrije Volk : democratisch-socialistisch dagblad, 30 juli 1977.
[2]Helaas pindakaas voor de heer Strete, maar de allereerste Engelse (Amerikaanse) vertalingen/bewerkingen van Karl May verschenen al in 1898: „Jack Hildreth among the Indians I (Winnetou, the Apache Knight)”, „Jack Hildreth among the Indians II (The treasure of Nugget Moutain)” en „Jack Hildreth on the Nile”; in de jaren ’50 en ’70 van de vorige eeuw verschenen nog meer Engelse (Amerikaanse) vertalingen/bewerkingen; dus deze bewering van Strete klopt al net zo min als die dat Karl May alleen maar over indianen heeft geschreven en niet voor de indianen. Zou hij niet in de gaten hebben gehad dat 99% van de Europeanen die positief denken over indianen en zich inzetten voor het welzijn van dat volk dat doen omdat ze beïnvloed zijn door Karl May?
[3]Goyaałé („Hij die geeuwt”, door de blanken verbasterd tot „Geronimo”, * 16 juni 1829 , † 17 februari 1909) het opperhoofd van de Chiricahua-Apaches. Hij ontsnapte diverse keren uit het reservaatje dat door de Amerikaanse regering aan de Chiricahuas was toegewezen, tot hij zich uiteindelijk in september 1886 met slechts 35 medestrijders moest overgeven aan een meerderheid van 5000 Amerikaanse soldaten onder kolonel Nelson A. Miles, waarna de alle Chiricahuas naar Arizona en later naar Oklahoma werden gedeporteerd.
[4]Bedoeld wordt niet de afschuwelijke moordpartij van de Amerikaanse zevende cavalerie op de verenigde indianenstammen op 28 t/m 30 december 1890, maar de bezetting van dit plaatsje door de American Indian Movement van 27 februari t/m 8 mei 1973 om aandacht te vragen voor de erbarmelijke omstandigheden waaronder de indianen moesten (en moeten) leven.
[5]De FBI (voluit: Federal Bureau of Investigation) is sinds 26 juli 1908 de Amerikaanse federale recherche.
[6]Richard M. Nixon (voluit: Richard Milhous Nixon, * 9 januari 1913 , † 22 april 1994) was van 1969 tot 1974 de 37e president van de Verenigde Staten namens de Republikeinse Partij.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website