De geest van Winnetou waart rond in Ruurlo

Nogal romantisch schouwspel op zomeravond


anoniem 1

RUURLO – Er is iets gaande in het Achterhoekse Ruurlo. Men hoort in de Dorpsstraat weer de hoefslag van een paard. Vierentwintig ruiters galopperen ’s avonds na elven in een lange rij door het dorp (aan de linker laars een rood lampje voor veilig verkeer). Ze komen terug uit het Rijkenbargse bos, waar de geest van Winnetou weer rondwaart.

Daar hebben ze als volbloed Indianen de paardedieven in wilde galop achtervolgd, of als eerzame grensruiters de postwagens met het hollend vierspan begeleid.

Het is middernacht als ze in alle richtingen de duisternis intrekken, want morgen is het om vijf uur weer dag voor deze jongens, die allen in de landbouw werkzaam zijn.

Al dat geheimzinnige gedoe rond Ruurlo houdt verband met de opvoering op 7, 8, 14 en 15 augustus van het openluchtspel „De schat in het Zilvermeer” naar het beroemde jongensboek van Karl May. Aan de opvoering van het spel werken tachtig mensen mee en 24 ruiters. Heel de Ruurlose gemeenschap is bij de voorbereiding betrokken.

„Goede morgen” is vervangen door „hough” en verbazing wordt uitgedrukt met „oef-oef”.
De melkboer zegt: „Moet de schone squaw nog een liter melk?”, en de bakker: „Ziehier een acht-onsje voor mijn blanke broeder”.


Winnetou (alias Dinant Weenk) bromt met maximumsnelheid van zijn bureau naar de manege om zijn mustang te bestijgen. Hij moet trainen. En de edele Old Shatterhand (Henk Blom, concierge van het gemeentehuis) is zozeer geconcentreerd op zijn rol, dat hij ’s morgens de burgemeester de deur opent met „hough” waarop deze geheel in stijl zegt: „Oef-oef”

Maar Derk Schot – alias Grote Wolf – is klaar. Hij heeft zijn verregende bouwvakvakantie benut voor het leren van de toespraak tot zijn verenigde krijgers. Klaar zijn ook de elektriciens. Met een zucht van voldoening gooien zij de sleutel in de gereedschapstas en rollen een shagje: het lichtorgel kan draaien. Vierendertig schakelaars maken het mogelijk om vanuit de regiekuil – 1.50 meter diep – te seinen en licht en geluid te bedienen. En om de figuren die dit gaan doen voor de verdrinkingsdood te behoeden, pompt de brombemaling dag en nacht, want we zijn nog steeds in de natte moesson en het grondwater staat hoog. Maar die van Ruurlo hebben een rotsvast vertrouwen.

Dit jaar begint de zomer pas in augustus. Op 7, 8 en 14 en 15 augustus verwacht men 10.000 toeschouwers, die behalve van het romantische schouwspel „De schat in het Zilvermeer’ ’ook kunnen genieten van een heerlijke zomeravond in het natuurlijke decor van het Rijkenbargse bos.


[1]In: Nieuwe Haagse Courant, 6 augustus 1965.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website