Toen alle Indianen Duits spraken …

Mays helden in het Midden Oosten en het

Verre Westen zo Duits als ’t Duitse volkslied


anoniem 1


NU al tachtig jaar lang rijden de beide helden Old Shatterhand en Kara ben Nemsi over de zestigduizend pagina’s van Karl Mays werken door de fantasie van miljoenen mensen van alle leeftijden, standen en beroepen. Zijn vijanden noemden hem onverbloemd een geboren misdadiger en een bederver van de jeugd, maar zijn levensbeschrijvers noemden hem zacht van aard en liefdevol, een dromerige man met een goed hart. De schilder Georg Gross 2 beschreef de Saksische auteur, die hij in zijn villa in Radebeul schilderde als klein (May was een meter zesenzestig groot) met zachte blauwe ogen. Met miljoenen woorden heeft deze veel omstreden man bloemrijk het woongebied der Indianen en de woestijnen van het Midden- en nabije Oosten beschreven. Maar ook in het wildste westen bleven zijn helden vroom als de catechismus zelf, deugdzaam binnen alle bepalingen van het burgerlijk wetboek en Duits als het Duitse volkslied. De Nobel prijswinnaar Hermann Hesse 3 noemde Karl May eens de beste vertegenwoordiger van een type litteratuur dat door en door oorspronkelijk is.

Dit is de Karl May zoals hij zich op de omslagen van zijn boeken aan zijn lezers en lezeressen presenteerde in de kleding van de onsterfelijke Old Shatterhand.


Vijftig jaar na zijn dood en kort na het beëindigen van de wettelijke termijn die het auteursrecht van zijn zeventig boeken beschermt wordt Karl May beschouwd als een der meest succesvolle schrijvers van zijn tijd. Enkele maanden geleden werd zijn invloed op de Duitse letterkunde zonder blikken of blozen vergeleken met die van het werk van Goethe 4 en Thomas Mann 5.
Nu al vier lezergeneraties lang, in het keizerrijk, de Republiek, het Derde Rijk en in de Bondsrepubliek heeft Karl May de teenagers van die periode voorzien van idealen van edelmoedigheid en naastenliefde. Zijn helden dienen de deugd en straffen het kwaad; zijn misdadigers krijgen zonder uitzondering hun verdiende loon. Met zijn boeken heeft May pedagogen, demagogen, fascisten, socialisten, communisten, pacifisten, wijsgeren en psychiaters voorzien van meer dan voldoende materiaal voor een levenslange studie. De invloed van zijn werk werd zo hoog aangeslagen, dat men het ontstaan van de Wandervogels 6 en van de hele romantische Duitse jeugdbeweging aan hem toeschreef. Katholieke bisschoppen loofden Mays reisverhalen „als zedelijk zuiver” en hoopten dat zij een plaats zouden vinden in elk christelijk gezin. De Duitse socialistenleider Karl Liebknecht 7 vertelde eens, dat hij al jarenlang de boeken van Karl May boven alles hoogschatte. Hitler beval merkwaardigerwijs zijn generaals de lectuur van de boeken van May aan als een bron van inspirerende litteratuur, omdat zij blijk gaven van moed, initiatief en dadendrang .. ..

NIEUWE RAGE

BERTHA von Suttner 8, de schrijfster van „De wapens neer” loofde de boeken van Karl May om de geest van vrede en verzoening welke daaruit sprak. Albert Einstein 9 noch Albert Schweitzer 10 schaamden zich voor hun voorliefde voor Old Shatterhand. De befaamde toneelschrijver Carl Zuckmayer 11 stak zijn geestdrift voor de Indianen ook niet onder stoelen of banken, toen hij zijn eerstgeboren dochter liet inschrijven bij de burgerlijke stand als Charlotte Winnetou Zuckmayer.
„Als men een hedendaagse Duitser zou opereren”n schreef de criticus Arno Schmidt 12 onlangs, „en de hersens ontnemen en onderzoeken, dan zou men daarin naast herinneringen aan Karel de Grote 13, de Oude Frits 14, de oorlog van 1870, Goethe en Schiller 15, de oude Romeinen en Sneeuwwitje en de zeven dwergen ongetwijfeld ook belangrijke sectoren aantreffen gevuld met Old Shatterhand en met de Hadji Halef ben Omar....”
In onze tijd hebben niet alleen film en televisie zich meester gemaakt van Karl May (ze hebben zorgvuldig gewacht tot de auteursrechten waren verjaard) maar ook de industrie der zwarte schijven, de radio en de fabrikanten van speelgoed, kwartetspelen en bordspelen laten zich gelden. De Duitse markt wordt al overstroomd met poppen van Winnetou, Old Shatterhand, Old Firehand, Old Shurehand en Nsjo-Tsji. Er zijn kleurige kaarten voor alle gelegenheden met die afbeeldingen. Er zijn bordspelen waarbij men aan de martelpaal kan komen of waar men door Old Shatterhand wordt gered. Er zijn grammofoonplaten met de stem van Winnetou (!) en met de meest bewogen scènes uit Mays boeken, voorgelezen door de beste acteurs van toneel en radio. Er zijn legplaten met Winnetou, Old Shatterhand, Kara Ben Nemsi op zijn stijgerende witte hengst Rih, met Hadji Halef ben Omar en met andere helden.

GROOTMOEDERS INVLOED

Karl Friedrich May werd in het jaar 1842 geboren in de provinciestad Hohenstein-Ernstthal 16 als de zoon van een wever en een vroedvrouw. Naar zijn herinneringen was zijn vader een arme wever, altijd bezig, maar zelden zonder zorg. Zijn moeder was in zijn herinnering „een heilige, een martelares, altijd zwijgzaam, oneindig vlijtig, ondanks alle armoede bereid offers te brengen voor nog armere mensen …” Het was een groot gezin: negen personen, de ouders, de beide grootmoeders, vier zusters en Karl als de enige jongen. Beide grootvaders waren dodelijk verongelukt in de bloei van hun leven. Mays vader was een man die altijd bezig was; hij deed de veertienurige dagtaak van een huiswever in tien uren en gebruikte de overige tijd om zich te ontwikkelen. Achtereenvolgens werden er dertien kinderen in dit gezin geboren, waarvan er acht acht op jonge leeftijd stierven.

De vrouw die de meeste invloed op de jonge Karl had was de moeder van zijn vader. Zij was de dochter van doodarme mensen, die haar eigen moeder vroeg had verloren en die jarenlang had moeten zorgen voor een doodzieke vader. Om die te kunnen verzorgen wees zij jarenlang alle jongemannen die naar haar hand dongen, zonder meer af.

Deze grootmoeder was een vrouw die eindeloos kon vertellen; ze kende alle sprookjes, mythen en sagen en Karl May heeft haar een onsterfelijk standbeeld geschapen in de persoon van Marah Doerimeh, de wijze zieneres uit zijn Oosterse romans. De jonge Karl werd kort na zijn geboorte ernstig ziek en verloor daardoor zelfs gedurende vier jaren het gezichtsvermogen. Dat was geen kwestie van erfelijkheid maar van de plaatselijke toestanden, van armoede en van de funeste kwakzalverij die toen hoogtij vierde. Zodra hij door een behoorlijke dokter werd behandeld kon hij weer zien en groeide op tot een stevige jongen. Dat betekende dat hij naar school kon gaan, waar men al spoedig ontdekte dat deze weverszoon zeer begaafd was. Hij kreeg gratis les op orgel, piano en viool en in het kerkkoor was hij solist.

VOLGENDE KEER:

Tussen rovers en bandieten



[1]In: Rotterdamsch Nieuwsblad, 20 januari 1964.
Dit is het tweede in een serie van negen artikelen over Karl May, verschenen tussen 18 en 28 januari 1964.
Waar het eerste artikel nog voor zowat de helft bestond uit geplagieerde alinea’s uit „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” van F. C. de Rooy, is dit tweede artikel vrijwel geheel overgenomen uit het artikel „Schriftsteller Karl May, Karl der Deutsche” in Der Spiegel van 12 september 1962.
[2]George Grosz (geboren als Georg Ehrenfried Groß, * 26 juli 1893 , † 6 juli 1959) was een Duitse schilder en graficus.
[3]Hermann Hesse (voluit: Hermann Karl Hesse, * 2 juli 1877 , † 9 augustus 1962) was een Zwitsers, Duitstalig schrijver, dichter en schilder. Zijn bekendste werken zijn „Peter Camenzind”, „Siddharta. Eine indische Dichtung”, „Der Steppenwolf”, „Narziß und Goldmund” Voor zijn literaire werk ontving hij in 1946 de Nobelprijs voor Literatuur.
[4]Johann Wolfgang Goethe (* 28 augustus 1749 , † 22 maart 1832; sinds 1782 von Goethe) was de grootste dichter en dramaturg die Duitsland ooit gekend heeft; daarnaast was hij wetenschapper, romanschrijver, filosoof, natuuronderzoeker en staatsman. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Heidenröslein”, „Wandrers Sturmlied”, „Götz von Berlichingen”, „Die Leiden des jungen Werthers”, „Egmont”, „Iphigenie auf Tauris”, „Torquato Tasso”, „Der Erlkönig”, „Römische Elegien”, „Reineke Fuchs”, „Wilhelm Meisters Lehrjahre”, „Xenien” (samen met Friedrich (von) Schiller);, „Faust. Eine Tragödie”, „Hermann und Dorothea” „Pandora”, „Wilhelm Meisters Wanderjahre”, „Die Wahlverwandtschaften”, „Zur Farbenlehre”, „Aus meinem Leben. Dichtung und Wahrheit”, „Italienische Reise”, „Über Kunst und Altertum”, „West-östlicher Divan”, „Marienbader Elegie”, „Faust. Der Tragödie zweiter Teil” en „Einzelnheiten, Maximen und Reflexionen”.
[5]Thomas Mann (voluit: Paul Thomas Mann (* 6 juni 1875 , † 12 augustus 1955) was de jongere broer van Heinrich Mann. Hij wordt beschouwd als een van de grootste Duitse schrijvers uit de twintigste eeuw; in 1929 ontving hij de Nobelrpijs voor de Literatuur, o.a. vanwege zijn „Buddenbrooks: Verfall einer Familie”. Daarmee is tevens een van zijn bekendste romans genoemd; andere bekende werken van hem zijn „Der Zauberberg”, „Tonio Kröger ”, „Der Tod in Venedig”, „Joseph und seine Brüder”, „Lotte in Weimar”, „Doctor Faustus. Das Leben des deutschen Tonsetzers Adrian Leverkühn, erzählt von einem Freunde” en „Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull. Der Memoiren erster Teil”.
[6]De Wandervogel (Ned.: trekvogel) was een Duitse jongerenbeweging die vooral uit scholieren en studenten uit de steden, die in groepsverband voettochten in de vrije natuur en bergwandelingen maakten, bestond. Door de voortschrijdende industrialisering en de idealen van de Romantiek, maakten zij zich los van het benauwende keurslijf van school en maatschappij, om in de vrije natuur een eigen levenswijze te ontwikkelen. Ze ontstond in 1896 in het Berlijnse stadsdeel Steglitz onder de bezielende leiding van Hermann Hoffmann, een leraar aan het gymnasium in Steglitz, maar de naam Wandervogel werd pas vanaf 1901 gebruikt. Door de zogeheten Gleichschaltung werd de Wandervogel-beweging tussen 1933 en 1935 verboden en onderdrukt; wat er nog over was aan („arische”) leden werd bij de Hitlerjugend aangesloten.
[7]Karl Liebknecht (* 13 augustus 1871 , † 15 januari 1919) was een Duitse communistische agitator, die van 1900 tot 1915 lid was van de (linkervleugel van de) Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD), tot hij met deze partij brak en samen met o.a. Rosa Luxemburg, Franz Mehring en Clara Zetkin de nog radicalere Spartakusbund oprichtte.
[8]Bertha von Suttner (voluit: Bertha Sophia Felicita Freifrau von Suttner, geborene Gräfin Kinsky von Wchinitz und Tettau, * 9 juni 1843 , † 21 juni 1914), was en Oostenrijkse pacifiste en schrijfster. Zij was in 1905 de eerste vrouw die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, vooral vanwege haar in 1899 gepubliceerde roman „Die Waffen nieder!”. Zij overleed exact één week vóór de aanslag op Franz Ferdinand, die de aanleiding zou worden tot een van de ernstigste oorlogen aller tijden.
[9]Albert Einstein (* 14 maart 1879 , † 18 april 1955) was een Duits, later Zwitsers en nog later Amerikaans theoretisch natuurkundige van Joodse afkomst. In 1921 ontving hij voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde, en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
[10]Albert Schweitzer (* 14 januari 1875 , † 4 september 1965) was een Duits medicus, luthers theoloog, filosoof en schrijver; hij ontving in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn in woord en daad uitgedragen dogma ‘Eerbied voor al het leven’.
[11]Carl Zuckmayer (* 27 december 1896 , † 18 januari 1977) was een Duitse schrijver. Zijn bekendste toneelstukken zijn „Der fröhliche Weinberg”, „Schinderhannes”, „Der Hauptmann von Köpenick” en „Des Teufels General”. Verder is zijn autobiografie „Als war’s ein Stück von mir” beroemd geworden, maar hij schreef ook de scripts van o.a. de Duitse film „Der blaue Engel” en de Nederlandse film „Boefje”. Zijn in 1926 geboren dochter droeg de doopnamen Maria Winnetou.
[12]Arno Schmidt (* 18 januari 1914 , † 3 juni 1979) was een Duits auteur, wiens bekendste werken „Das steinerne Herz” (1956), „Die Gelehrtenrepublik” (1957) en „KAFF auch Mare Crisium” (1960) zijn.
Hij heeft in diverse essays geponeerd dat Karl May een prominente plaats in de Duitse literatuurgeschiedenis verdient, maar in zijn bekende werk „Sitara und der Weg dorthin – Eine Studie über Wesen, Werk und Wirkung Karl Mays” (dat in het krantenartikel van H. Mulder gerecenseerd wordt) probeerde hij aan te tonen dat Karl May een verkapte homo was, hetgeen door Heinz Stolte en Gerhard Klußmeier in hun brochure „Arno Schmidt & Karl May” afdoende weerlegd werd.
[13]Karel de Grote (Duits: Karl der Große, * vml. 2 april 747 of 748 , † 28 januari 814) was vanaf 9 oktober 768 koning der Franken en van 25 december 800 tot zijn dood keizer van het Heilige Roomse Rijk.
[14]Frederik II of Frederik de Grote (Duits: Friedrich II. resp. Friedrich der Große, bijgenaamd „der alte Fritz” (de oude Frits), * 24 januari 1712 , † 17 augustus 1786) was vanaf 1740 koning in Oost-Pruisen en keurvorst of markgraaf van Brandenburg en van 1772 tot zijn dood koning van geheel Pruisen.
[15]Friedrich Schiller (voluit: Johann Christoph Friedrich Schiller, * 10 november 1759 , † 9 mei 1805; sinds 1802 von Schiller) was een Duitse arts, historicus, dramaturg, dichter en filosoof. Bekende werken van hem zijn (o.a.) „Die Räuber”, „Die Verschwörung des Fiesco zu Genua”, „Kabale und Liebe”, „An die Freude”, „Don Karlos”, „Die Götter Griechenlandes”, „Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande von der spanischen Regierung”, „Geschichte des Dreißigjährigen Kriegs”, „Hektors Abschied”, „Die Kraniche des Ibykus”, „Der Ring des Polykrates”, „Die Bürgschaft”, „Das Lied von der Glocke”, „Wallenstein-Trilogie” (=„Wallensteins Lager”, „Die Piccolomini” en „Wallensteins Tod”), „Maria Stuart”, „Die Jungfrau von Orléans”, „Die Braut von Messina” en „Wilhelm Tell”.
[16]De stad Hohenstein-Ernstthal bestaat pas vanaf 1 januari 1898 door de samenvoeging van Hohenstein en Ernstthal; Karl May werd op 25 februari 1842 geboren in Ernstthal.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website