Moderne romans in de achterhoede

JEUGD LEEST MEER AVONTURENBOEKEN


Van een onzer redacteuren 1


NIJMEGEN. – Het jongensboek „Arendsoog” staat bovenaan op de lijst voorkeursboeken van de 1600 leerlingen van rooms-katholieke middelbare scholen, die zijn ondervraagd door het Hoogveldinstituut in Nijmegen. Deze moderne „Karl May” wint het veruit van bijvoorbeeld „Bonjour tristesse” van Françoise Sagan, die op de lijst van 84 met name genoemde boeken de 48ste plaats inneemt.
„Het Achterhuis” van Anne Frank staat op de tweede plaats, waarna Hildebrands „Camera Obscura” en Piet Bakkers „Ciske de rat” volgen.
Uit de 84 namen van schrijvers, die aan de scholieren van de derde klas en hoger werden voorgelegd, bleken achtereenvolgens Godfried Bomans, J. Nowee (de schrijver van „Arendsoog”), Antoon Coolen, Jules Verne en Charles Dickens de voorkeur te genieten.

Geen Mulisch

Schrijvers als Steinbeck, Simon Vinkenoog, Julien Green, Louis Paul Boon en Caldwell vormen de achterhoede. Moderne literatuur moet het bij de katholieke jeugd beslist afleggen tegen avonturen- en jongensboeken en boeken over de oorlog. Namen als die van Nederlandse jongeren als Mulisch, Claus en Campert komen in het rapport niet voor. Het vermeldt trouwens niet, of zij bij de schrijversnamen aan de scholieren zijn genoemd 2.
Huiswerk en beperkte vrije tijd, die in beslag genomen wordt door sport, en hobby’s, werken belemmerend op het lezen. Bijna de helft van 1600 jongens en meisjes zegt dat de sport belemmerend werkt, terwijl slechts 20.9 procent de televisie de schuld geeft.

Belemmeringen

Zes procent leest minder dan één boek per maand, 44 procent één boek per week en 19.9 procent meer dan één boek in de week.
De lectuur wordt door tweederde der jongeren geleend en door 15.6 procent gekocht. Dit hoge percentage jeugdigen, die zelf boeken kopen, is volgens het rapport waarschijnlijk te danken aan de goedkope pocketboeken.
De boekenkopers zijn vooral in het zuiden van het land te vinden, terwijl de leners bij leeszalen en bibliotheken voornamelijk in het oosten te vinden zijn.


[1]In Algemeen Dagblad, 6 juli 1963.
Over de uitslag van dit nogal eenzijdige onderzoek berichtten o.a. ook De Telegraaf (29 juni 1963), De Tijd / de Maasbode (29 juni 1963), Het Parool (29 juni 1963), de Leeuwarder Courant (29 juni 1963), het Limburgs Dagblad (29 juni 1963), de Nieuwe Leidsche Courant (29 juni 1963), de Echo van het Zuiden (1 juli 1963), Het Vrije Volk (1 juli 1963), de Nieuwe Tilburgsche Courant (1 juli 1963), het Utrechtsch Nieuwsblad (1 juli 1963), de Nieuwe Haarlemsche Courant (2 juli 1963) en zelfs de Belgische krant De Standaard (10 juli 1963).
[2]Aha. Er wordt inderdaad in geen enkele krant die over dit onderwerp schrijft, vermeld welke namen van schrijvers aan de Rooms-Katholieke leerlingen zijn voorgelegd. Het kan verklaren waarom destijds populaire series als Bob Evers en Pim Pandoer ontbreken in de uitslag. Vanaf 1962 waren bovendien de avonturen van Karl May in pocketvorm uitgegeven: volkomen onbegrijpelijk dat die niet bovenaan de populariteitslijst te vinden zijn.
Zo gaan ook de vermelde conclusies betreffende de regionale voorkeuren van de lezende Rooms-Katholieke jeugd in alle kranten – die overigens vrijwel alle op hun eigen wijze over dit onderzoek berichten – voorbij aan het feit dat er in het zuiden en oosten van het land procentueel meer katholieken te vinden zijn dan in het westen en noorden.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website