KARL MAY BEGON MET VIJFTIG JAAR TE SCHRIJVEN

Na verblijf in gevangenis en tuchthuis


anoniem 1


Old Shatterhand alias Karl May was 50 jaar oud, toen hij het boek Winnetou begon te schrijven. In drie lijvige delen beschreef hij alles, waarvan hij in zijn jeugdtijd in de gevangenis en in het tuchthuis had gedroomd. Hij schiep onsterfelijke figuren, edele mensen, zoals Old Shatterhand en Winnetou. En ook thans nog, 50 jaar na de dood van de geniale verteller, brengen de verhalen uit het Wilde Westen, over de Balkan en het Nabije Oosten, miljoenen lezers in vervoering. De verzamelde werken van Karl May omvatten 70 delen en de oplage van zijn boeken, die in dertig talen werden vertaald, heeft de 18 miljoen reeds overschreden.

Miljoenen lezen nog zijn boeken

TIJDENS zijn leven – hij stierf op 30 maart 1912 in Radebeul bij Dresden – nam Karl May in de Duitse literatuurgeschiedenis een omstreden plaats in. Men maakte hem het verwijt, dat hij een tuchthuisboef was. Inderdaad heeft deze dromer en dweper, die niet het juiste verschil tussen „mijn en dijn” wist, zich aan vergrijpen schuldig gemaakt. Hij gaf zijn vader voor Kerstmis een zakhorloge cadeau 2, dat aan een kamergenoot toebehoorde en hij voerde een doctorstitel, die hij nooit had verworven. De serie processen, waarin hij verwikkeld was, nam geen einde. Vele critici beweerden, dat May dingen beschreef, die hij nooit had beleefd of gezien. De verteller klaagde kranten en persoonlijkheden uit het openbare leven aan en pleegde wekenlang overleg met zijn advocaten. Het kwam dikwijls voor, dat hij diep in de put zat. Dan nam hij zijn toevlucht tot het werk en schreef de geschiedenissen van Winnetoe en Old Shatterhand, van mensen, die boven zichzelf uitgroeien en door de gerechtigheid hun vijanden overwinnen.

Belangrijk

TEGENWOORDIG geldt Karl May als belangrijke auteur van Duitse jeugdboeken. Na zijn verblijf in het tuchthuis begon bij te schrijven: kwartjesromans en sentimentele heldenverhalen die vaak autobiografische trekjes vertoonden. Aan zijn verhalen lagen werkelijke reizen ten grondslag. Door zelfstudie maakte de auteur zich de kennis van aardrijkskunde, volkerenkunde en talen eigen en verplaatste zo zijn belevenissen naar vreemde landen en creëerde een mens, zoals de Duitser aan het einde van de vorige eeuw hem zo graag zag. Zijn vertellingen vormden niet alleen ontspanningslectuur, May wilde de lezer iets leren, opvoeden en een beter mens van hem maken. Hij schiep helden, die niet in staat waren iets gemeens te doen.
Pas op latere leeftijd, als rijk man, bezocht hij de zo vaak beschreven jachtvelden van de Indianen. Hij reisde naar Noord-Amerika, zag de Balkan en het Nabije Oosten. Karl Mays kostbare verzameling indianenboeken bevindt zich ook thans nog in het Karl-Maymuseum in Radebeul.


[1]In Twentsch Dagblad Tubantia, 13 december 1962.
[2]Karl May nam het zakhorloge van zijn kamergenoot Julius Hermann Scheunpflug (* 10 juli 1820 , † ?) mee, omdat hij vergeten was het terug te leggen of – volgens sommigen – omdat hij er in zijn vaderstad mee wilde opscheppen, maar hij heeft het zeker niet cadeau gedaan aan zijn vader.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website