DE BOODSCHAP VAN WINNETOU

Karl May en het Indianenvraagstuk in de V.S.A.


anoniem (=Dr. F. C. de Rooy) 1


KARL MAY, de «prins der jeugdfantasie», zoals Ernest Vander Hallen 2 hem vol bewondering noemde, heeft ons op het westelijk halfrond van zijn droomrijk de gestalten van Winnetou en Old Shatterhand geschonken. Tegen de achtergrond van Indianen en blanken schitteren deze «vrienden van alle Rode Mannen» als edele dragers van hoge idealen van menslievendheid.



De laatste foto van Karl May, vlak voor zijn dood.

«Een romantisch geïdealizeerde, onwerkelijke rol!» zal u wellicht uitroepen. «Toch niet wordt geheel, of liever, slechts een weinig!» zou ik hierop willen antwoorden.
Inderdaad, laten we ons niet vergissen: indien de «edele» Indiaan voortsproot uit idealistische opvattingen van vroeger eeuwen, toch was ook de Indiaan uit de 19e eeuwse avonturen verhalen gechargeerd, ditmaal ten ongunste.. Men leze er schrijvers als Gustave Aymard 3, Gabriel Ferry 4, Friedrich Gerstäcker 5 en andere op na. Daar immers vinden wij de zienswijze belichaamd, die onder de meeste pioniers in de Far West leefde bij hun meedogenloze strijd tegen een in hun ogen meedogenloze vijand. Men behoeft in de huidige wereld maar om zich heen te zien om een dergelijk wederzijds standpunt te begrijpen – niet te billijken.

Zwarte bladzijde
Willen wij derhalve open staan voor een objektieve kijk op de felle tegenstander van de Amerikaanse pioniers, dan moeten wij ons losmaken van de tijdens de vorige eeuw in de U.S.A. heersende opvatting dat «the best Indian is the dead Indian!». Grote voldoening schenkt het ons dan te zien, hoe een dergelijk nuchter beeld van deze zwarte bladzijde uit de Amerikaanse geschiedenis wordt geschetst door een der grootste autoriteiten op het gebied van de Noordamerikaanse Indianen, professor John Collier 6, die van 1933 tot 1945 «U.S. Commissioner of Indian Affairs» was.
Aan de hand van deze moderne Amerikaanse beoordeling willen wij onze oude Karl May toetsen aan de werkelijke stand van zaken tijdens de laatste 120 jaar.



Wanneer Indianen aan het musiceren gaan vormt de trom een Belangrijk
instrument. Hun muziek is namelijk sterk geritmeerd.

May niet de enige
De uitroeiing der Indiaanse gemeenschappen, de vernietiging van iedere karakteristieke trek van hun volksleven en de uiteindelijke likwidatie van alle Indianen werd de formele politiek, wet en praktijk. Ziehier de basis waarop in de jonge Amerikaanse republiek het kontakt tussen blank en rood zich zou ontwikkelen tijdens de bloedigste periode der Indiaanse geschiedenis, die van het Wilde Westen van 1830 tot 1880.
Karl May, wiens schrijverstalent zich tegen het einde dezer jaren van rauwe strijd begon te ontplooien, was zeker niet de enige die tegen deze mensonterende praktijken in de pen klom.
Wel echter was zijn metode niet van oorspronkelijkheid ontbloot. Hoewel misschien geïnspireerd door de «pro-indiaanse» zakelijke vertellingen van Cooper 7 uit een vroegere, zogenaamd vredelievende periode, was hij namelijk de enige « Indianenboekenschrijver» die in zijn amusementsgeschriften niet in hoofdzaak profiteerde van het sensationele element, nl. van de strijd om de strijd. Bij hem werd integendeel het opbouwende, «stichtende» element der verzoening de kern van de vertelling. Meer dan dat: deze worsteling tussen rood en blank bood hem een unieke gelegenheid om zijn eigen opvattingen over de «strijd in het algemeen» uit te werken.

Naastenliefde
Naastenliefde was zijn parool. Naastenliefde zag hij ook het als het ideale wapen tegen haat, onderdrukking en vernietiging. Naastenliefde «symbolizeerde» hij in de gedaanten van Old Shatterhand, de ideale blanke en Winnetou, de ideale Indiaan, die ondanks alle strijd rond en tussen hen, elkaar weten te vinden en hun gezamenlijk stellingnemen tegen de heersende praktijken symbolizeren door het sluiten van een bloedbroederschap. Men weet overigens, dat dit symbool geen vinding van Karl May is, doch dat het teruggaat op de historische verbondenheid tussen het opperhoofd Cochise 8 en de blanke Tom Jeffords 9.

Zo biedt Karl May wel een fiktieve, doch niettemin zeer levensvatbare illustratie van de wijze waarop de strijd tussen twee grote tegenstanders beslecht had kunnen worden. Zo werd het Indianenprobleem voor Karl May een middel tot het grote doel dat hem steeds voor ogen heeft gezweefd: door verzoening en naastenliefde tot wereldvrede ...

MORGEN

EEN STERVEND RAS


[1]In Gazet van Antwerpen, 25 juli 1962.
Pas onder het vierde en laatste deel van deze serie wordt de auteur ervan genoemd: Dr. F. C. de Rooy. De tekst is evenwel bewerkt door een onbekende Belgische redacteur.
Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.
V.S.A. betekent Verenigde Staten van Amerika, een in België gebruikelijke afkorting voor het land dat wij in Nederland Verenigde Staten, VS, States, USA of kortweg Amerika noemen.
[2] Ernest Van der Hallen (* 2 juni 1898 , † 24 februari 1948) was een Vlaams schrijver, katholiek jeugdleider tijdens het interbellum en reiziger. Bekende werken en reisverslagen van zijn hand zijn o.a. „Begenadigden uit mystiek Vlaanderen”, „Een jongen uit Vlaanderen”, „Tussen Atlas en Pyreneeën”, „Cheiks, pelgrims en rabbijnen”, „Oost-zuid-oost. Herinneringen aan Lybië, Egypte, Syrië en Turkije ”, „Steden in vlammen” en „Kroniek der onnozele kinderen”.
[3]Gustave Aimard (pseudoniem van Olivier Aimard, * 13 september 1818 , † 20 juni 1883) was een Franse reiziger in Noord- Amerika, Spanje en Turkije en schrijver van avonturenromans. Beroemd zijn zijn „Les Trappeurs de l’Arkansas”, „Le Chercheur de pistes”, „La Fièvre d’Or”, „Les Chasseurs d’Abeilles”, „Le Cœur de pierre”, „L’Araucan”, „Les scalpeurs blancs”, „Par mer et par terre” en, samen met Jules Berlioz d”Auriac (* 9 juli 1820 , † 16 september 1913) geschreven, „Jim, l’Indien”.
[4]Gabriel Ferry (eigenlijk Eugène Louis Gabriel Ferry de Bellemare, * 29 november 1809 , † 5 januari 1852) was een Frans auteur, voornamelijk van avonturenromans, waarvan „Une guerre en Sonora – souvenirs des côtes de l’Océan Pacifique”, „Les Squatters – La clairière du bois des Hogues, récit des côtes et de la mer”, „Costal l’Indien ; roman historique. Scènes de la guerre de l'indépendance du Mexique”, „Les Révolutions du Mexique” en „Les aventures d’un Français au pays des caciques” bekend zijn, maar dank zij de bewerking van „Le Coureur des bois” voor kinderen door Karl May is deze roman zijn bekendste werk geworden.
[5]Friedrich Gerstäcker (voluit: Friedrich Wilhelm Christian Gerstäcker, * 10 mei 1816 , † 31 mei 1872) was een Duitse schrijver van avonturenromans, zoals „Die Regulatoren in Arkansas”, „Die Flußpiraten des Mississippi”, „Tahiti”, „Nach Amerika!”, „Der kleine Goldgräber in Kalifornien”, „Waidmanns Heil” en „Unter dem Aequator”.
[6]John Collier (* 4 mei 1884 , † 8 mei 1968) was een bekend Amerikaans socioloog, hervormer, pleitbezorger van de rechten van Noord-Amerikaanse indianen en schrijver van o.a. de belangwekkende boeken „The Indians of the Americas” en „On the Gleaming Way: Navajos, Eastern Pueblos, Zunis, Hopis, Apaches, and Their Land; and Their Meanings to the World”.
[7]James Fenimore Cooper (* 15 september 1789 , † 14 september 1851) was een Amerikaans schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn zeeverhalen en historische verhalen, de Leatherstocking Tales, met Natty Bumppo in de hoofdrol; een van de beroemdste boeken uit deze reeks, „The Last of the Mohicans” wordt door vriend en vijand beschouwd als zijn meesterwerk.
[8]Cochise (* ± 1805 , † 8 juni 1874) was de leider van de Chiricahua-Apachen, die vanaf 1861 een opstand tegen de Amerikaanse indringers leidde.
[9]Tom Jeffords (voluit: Thomas Jonathan Jeffords, * 1 januari 1832 , † 19 februari 1914) was achtereenvolgens scout, agent voor indiaanse zaken, diplomaat van het Amerikaanse leger, hulpsheriff van Tombstone/Ariz., goudzoeker en postkoetsrijder. Bekendheid verwierf hij door zijn vriendschap met Cochise.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website