Jesse James 2 was, zoals u zonder twijfel zult weten, een beruchte vrijbuiter in Amerika ten tijde van de grote trek naar het westen. Geen postkoets was voor hem veilig en Nells Fargo (de bekende postkoetsenonderneming uit die tijd) had een heel hoge prijs op zijn hoofd gezet. Er zijn diverse mm of meer serieuze films gemaakt rond deze legendarische figuur. En nu komt u in „Alias Jesse James” een alleraardigste carricatuur tegen van deze revolverheld en wel in de persoon van Bob Hope 3. Niets blijft er over van de mythe die rond James is geweven. Alle zaken, die tot nu toe in een western met alle gepaste ernst werden behandeld, worden op hun kop gezet, zelfs belachelijk gemaakt.
Hope is ’n verzekeringsinspecteur, die een weinig snuggere indruk maakt. Hij werkt bepaald niet met succes, maar één dag slaat hij zijn grote slag: he verzekert een vreemdeling voor vele tienduizenden dollars en ontvangt menig goedkeurend schouderklopje van zijn baas, die best in zijn sas is. Tot hij uit de krant verneemt dat Bob het leven van de grootste schurk aller tijden heeft verzekerd. Wil onze inspecteur zijn baan niet op staande voet verliezen dan moet hij naar het westen reizen om het leven van Jesse te beschermen.
Daar gaat Bob dan, met loden schoenen. En daar begint dan een hele serie uiterst dwaze verwikkelingen en misverstanden, die hierop uitdraaien dat Hope enige tijd de rol van Jesse James overneemt en een vuurgevecht aangaat, waarbij alles wat tot nu toe is vertoond kinderspel is. Maar hij wordt – en daar mag u hartelijk om lachen – daarbij geholpen dooreen aantal fancyfiguren het verre westen uit boek, televisie en film: Karl May 4, Davy Crockett 5, Fess Parker 6, Cary Cooper 7 en oo knog good old Bing Crosby 8. Dat is bepaald een vondst, een zeer geslaagde, waarmee men de regisseur Norman L. McLeod 9 mag complimenteren Voor het overige draait het grappige verhaal vooral om de figuur van Hope, die voor een dergelijke rol zijn hand niet omdraait. U kunt de film zien in Cinema Palace 10. 14 jaar.
Jesse James (voluit: Jesse Woodson James, * 5 september 1847 , † 3 april 1882) was een Amerikaans crimineel, een van de beruchtste schurken van het Wilde Westen van de negentiende eeuw; hij pleegde een groot aantal overvallen en moorden.
Bob Hope (eigenlijk: Leslie Townes Hope, 29 mei 1903 , † 27 juli 2003) was een van de bekendste Amerikaans komieken van de 20e eeuw, die tussen 1938 en 1985 de hoofdrol speelde in meer dan vijftig films.
Davy Crockett (eigenlijk: David Crockett, * 17 augustus 1786 , † 6 maart 1836) was een Amerikaanse politicus, militair, revolutionair en volksheld, die tijdens de Texaanse Revolutie omkwam in de Slag om de Álamo in San Antonio/Tex.
Fess Parker (voluit: Fess Elisha Parker jr., * 16 augustus 1924 , † 18 maart 2010) was een Amerikaans acteur, wiens bekendste rol die van Davy Crockett in de gelijknamige televisieserie in 1954-1955 was; ook in „Alias Jesse Jones” speelt hij deze rol als cameo.
Gary Cooper (eigenlijk: Frank James Cooper, * 7 mei 1901 , † 13 mei 1961) was een Amerikaans acteur die in bijna honderd films de hoofdrol speelde; dat leverde hem twee Oscars plus enkele nominaties op. Zijn bekendste films zijn „A Farewell to Arms”, „The Plainsman”, „The Adventures of Marco Polo”, „The Westerner”,
„Sergeant York”, „Ball of Fire”, „The Pride of the Yankees”, „For Whom the Bell Tolls”, „Unconquered”, „Distant Drums”, „High Noon”, „Garden of Evil” en „Vera Cruz”. In „Alias Jesse James” speelt hij als cameo Will Kane, de rol die hij ook vervulde in „High Noon”.
Bing Crosby (eigenlijk: Harry Lillis Crosby, Jr., * 3 mei 1903 , † 14 oktober 1977) was een populair Amerikaans zanger en acteur. Zijn grootste hit was zijn opname van het door Irving Berlin (* 11 mei 1888 , † 22 september 1989) gecomponeerde lied „White Christmas”, de meest verkochte plaat aller tijden. Om die hit werd later ook een film gemaakt met Crosby in de hoofdrol. Verder kennen we hem uit tientallen andere films, waarvan „White Christmas” en „High Society” de beroemdste zijn.
Norman Z. McLeod (voluit: Norman Zenos McLeod, * 20 september 1898 , † 27 januari 1964) was een Amerikaans filmregisseur van vooral komische films, waaronder „Monkey Business”, „Horse Feathers” (beide met de Marx Brothers), „It’s a Gift”,
„Pennies from Heaven”, „Topper”, „There Goes My Heart”, „Merrily We Live”, „Topper Takes a Trip”, „Little Men”, „Panama Hattie”,
„Jackass Mail”, „The Secret Life of Walter Mitty” en
„The Paleface”. „Alias Jesse James” was zijn laatste film.
Cinema Palace was van 5 januari 1915 tot 15 januari 2011 (met een onderbreking tussen 1940 en 1945, toen de bioscoop gesloten was i.v.m. de oorlog) een bioscoop aan de Grote Houtstraat 111-113 in Haarlem.
Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.
Terug naar de Karl May-startpagina.
Terug naar de Apriana-startpagina.
Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.
