Vermaard auteur werd voor honderd jaar geboren

anoniem 1


WOENSDAG a.s. zal het 100 jaar geleden zijn, dat in een kleine plaats Saksen, Hohenstein-Ernstthal, een man geboren werd, die zich een groote faam zou veroveren als schrijver van boeken, die tot de meest gelezene ter wereld behooren. Deze schrijver zou geen literator van beteekenis worden, maar hij zou honderdduizenden, neen millioenen, ook in ons land, uren van ontspanning, van leering bezorgen, ook op moreel gebied. Want de man, dien wij op het oog hebben, zou, hoe veel er ook in zijn werken geschoten mocht worden, steeds de sympathieke figuren daarin doen optreden als tegenstanders van het dooden van een mensch; zij zouden zelf liever iets riskeeren en een man eerder bewusteloos slaan dan hem verwonden……
De schrandere lezer zal het misschien al wel begrepen hebben, dat met den man, die 100 jaargeleden geboren werd, bedoeld wordt Karl May, de schepper van de populaire figuren O l d  S h a t t e r h a n d en zijn rooden broeder W i n n e t o u . Men weet, dat Winnetou, in tegenstelling met wat men van den Indiaan in het algemeen verwacht, een bijzonder zachtaardig, maar karaktervol man was, die zelfs in vele opzichten in reinheid van geest zijn Blanken Broeder overtrof, ofschoon deze den naam van Old Shatterhand met eere droeg, omdat hij een tegenstander met zijn hand „verpletterde”, in minder overdreven taal uitgedrukt bewusteloos neersloeg, door hem met den gebalden vuist een klap tegen den slaap te geven. In het donker werd Old Shatterhand zelfs aan dien slag herkend……
Zou men nu willen gelooven, dat deze K a r l  M a y, die, naar wij meenen, zich ook wel Dr. K a r l  M a y noemde, die zoon van een wever was en voor onderwijzer heeft gestudeerd, zich in zijn leven ook minder nobel heeft gedragen dan Old Shatterhand en Kara ben Nemsi (de held uit het avondland) plachten te doen, ofschoon men als lezer reden had te veronderstellen dat May èn Kara ben Nemsi èn Old Shatterhand dezelfde figuren waren. Want juist is het verhaal, dat Karl May een deel van zijn leven in de gevangenis doorbracht, veroordeeld wegens werkelijke misdrijven. Als wij ons niet vergissen was daaronder zelf het misdrijf van straatrooverij. Herinneren wij ons goed dan schreef hij een deel van zijn boeken (of concipieerde hij die) in zijn cel. Merkwaardig is, dat May nooit in den Balkan of Voor-Azië is geweest en dat hij Amerika pas bezocht, toen hij al een zekeren roem had vergaard. Eenzelfde verschijnsel als bij den ouden heer W. L. P e n n i n g, dien wij zoo goed van nabij hebben gekend, en die altijd met trots wist te vertellen, dat hij de boeken over de Z.-Afrikaansche Boeren schreef, zonder ooit aan de Kaap te zijn geweest. Ook hij bezocht het Zwarte Werelddeel eerst op, naar wij meenen, 70-jarigen leeftijd, om toen te getuigen, dat het land er uit zag, zooals hij het zich steeds had voorgesteld……
En zoo hebben de beroemde zilverbuks, de zware beerendooder en de vermaarde Henry karabijn nooit bestaan met dien verstande, dat May wel in het bezit is geweest van een o l i f a n t s -geweer, een met zilver beslagen buks en een Henry-geweer, die dan ook prompt in een museum waren opgenomen. Merkwaardig is, dat zijn latere woonplaats (Radebeul bij Dresden ) in enkele zijner boeken wordt genoemd. Echter niet als woonplaats van Old Shatterhand, maar van Manke Frank, ofwel Hobble-Frank. Maar deze Frank bewoonde de villa „Berenvet”, maar niet huize „Shatterhand”, zooals May's woning heette.
In 1912 is May gestorven, eigenlijk steeds gebukt gaande onder zijn verleden. Want jalouzie en spitsburgerlijk braafheidsvertoon schepten er vermaak in, zoo af en toe Karl May's vereenzelvigde Old Shatterhand een braver kerel was dan zijn levende alter ego, die immers „in de gevangenis had gezeten”. Maar men vergat, dat voor de lezers tenslote slechts de innerlijke waarde van een boek van beteekenis is en niet het particuliere leven van den auteur. En voor duizenden heeft het werk van Old Karl May een stuk levensgeluk, een stuk romantiek beteekend.
Toen Karl May stierf bleek hij een deel van zijn vermogen beschikbaar gesteld te hebben voor een fonds ten behoeve van noodlijdende schrijvers…… Dit moge een uitvloeisel zijn geweest van zijn zin voor romantiek, tenslotte is de zucht naar romantiek voor vele een machtige drijfveer geweest tot een vruchtbaar en nobel leven. Wat May der maatschappij moge gedaan hebben, zij is hem ook veel verplicht, zooveel, dat hij zijn vroegere schuld er dubbel en dwars mee heeft gedelgd.
Wij mogen aan deze woorden nog toevoegen, dat het steeds veler bewondering heeft gewekt, dat May zijn figuren niet alleen verschillende Indiaansche en Balkantalen en -dialecten deed spreken, maar dat zij dit zelfs tot bewondering van taalkundigen volkomen foutloos deden, terwijl May toen nog nooit de door hem beschreven landen had bezocht.


[1]In: Utrechtsch Nieuwsblad, 24 februari 1942.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.