[...]
Vóór den oorlog werd in Duitschland een felle strijd gevoerd tegen de z.g. Schundliteratur, waaronder men niet alleen heeft te verstaan pornografieën en schunnige romannetjes, maar ook de meeste detectiveromans. Wij Nederlanders spreken met een veel te slap woord van prikkellcctuur. Dat zegt immers hoogenaamd niets ter kenschetsing van de hier bedoelde lectuur! Ook alle goede lectuur prikkelt, sprookjes b.v. Zelfs godsdienstige traktaatjes kunnen zeer prikkelend zijn. Men zou nog verder kunnen gaan en zeggen, dat alle lectuur die niet prikkelt, niet deugt. Ik voor mij althans ben er even afkeerig van als van gedenatureerde champagne en nicotinevrije sigaren.
De Duitschers zijn ons met hun woord Schundliteratur werkelijk vooruit, misschien hierdoor te verklaren, dat de bedoelde literatuur bij hen meer inheemsch is dan bij ons. De verderfelijke invloed van verhalen à la Nick Carter is niet te loochenen; zij hebben rechtstreeks bijgedragen tot vermeerdering van de criminaliteit onder het opgroeiend geslacht. Tal van min of meer ernstige misdrijven, door jeugdige personen gepleegd, die door het sterk opwindend verhaal van welgeslaagde schurkenstreken hun geestelijk stuur waren kwijtgeraakt, leveren daarvan het doorslaand bewijs.
De D ü r e r b u n d, een vereeniging die zich de bestrijding van slechte literatuur ten doel stelt, heeft indertijd te Dresden een tentoonstelling gehouden, welke een aanschouwelijk beeld gaf van de ontzaglijke verspreiding der colportage-romans en van hun giftige werking op den volksgeest. Natuurlijk valt de geestelijke besmetting welke zij teweegbrengen, slechts af te leiden uit het aantal misdrijven, dat rechtstreeks onder hun invloed is gepleegd. Dat cijfer, hetwelk dus slechts bij benadering den toestand aangeeft, vormt een vrij belangrijk percentage van het totaal der criminaliteit.
Onder de vele tabellen trok de volgende origineele statistiek bijzonder de aandacht: In Karl Mays roman Woudroosje of de vervolging om de aarde, een miserabel prul, verschenen in 100 afleveringen van gezamenlijk 2612 bladzijden worden 2293 menschen vermoord. Daarvan worden er ruim 1600 doodgeschoten, 240 gescalpeerd, 219 vergiftigd of door gasverstikking van kant gemaakt, 130 doorstoken, 16 de hersens ingeslagen, 16 in het water geworpen, 8 aan den hongerdood prijsgegeven, 4 opgehangen, 3 levend tot aas voor de krokodillen geworpen, 3 (twee mannen en een vrouw) aan een boom boven den krokodillenvijver opgeknoopt, 3 door vergif krankzinnig gemaakt, 2 door opensnijden van den buik gedood, 1 aan uitgehongerde ratten overgeleverd, 1 na blind te zijn gemaakt op een vlot gebonden, 1 levend begraven, 1 geworgd.
Verder worden er in het monsterachtige boek, het uitdenksel van een misdadigersbrein, 2 menschen als slaven naar Afrika verkocht, 23 door vuistslagen bewusteloos gemaakt, 12 door het toeknijpen van de keel buiten westen gebracht, 12 door kolfslagen verdoofd, 30 door schoppen en trappen verwond of verminkt, 10 gekneveld, 6 met een dolk gestoken, 2 de handen afgeslagen, 1 vrouw verkracht, 4 vrouwen verleid, 1 mensch op vijftig stokslagen getrakteerd, 3 mannen gefolterd, 3 de oogen uitgestoken, 2 tot waanzinnig wordens gekieteld, 1 aan een gaskroon opgehangen, 1 zieke die in de sneeuw aan koude en gebrek wordt prijsgegeven, 1 man wien een gat in het hoofd wordt geboord, 1 man wien neus en ooren worden afgesneden en 1 wien het hoofdhaar wordt uitgerukt.
Verder komen er in voor: 11 beroovingen en diefstallen, 8 gevallen van lijkschennis en berooving van lijken, 6 zelfmoorden, 2 gevallen van menschenroof, 1 meineed, 1 nauwkeurig beschreven operatie in het onderlijf, waarbij den lezer geen enkele bijzonderheid wordt bespaard....
Zietdaar de inventaris van een boek, dat bij tienduizenden door Duitschland is verspreid! Twijfelt men er nog aan, of een dergelijk gruwelwerk een atmosfeer van misdaad schept en de duisterste instincten te voorschijn roept?
Welke straf zou zwaar genoeg zijn voor den man, die antwoordt op den naam van Karl May? In den tijd van de lijfstraffelijke rechtspleging zijn er vele giftmengers geschavotteerd, die zeker geen honderdste part op hun geweten hadden van het kwaad dat deze vergiftiger van de Duitsche volksziel heeft gesticht.
(Nwe Crt.)
H. A. L.
[1] | In: Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 16 oktober 1920. |