De bekende, onlangs gestorven fabrikant van avonturen-, roovers- en reisromans, Karl May, heeft gedenkschriften nagelaten, waaruit blijkt, dat zijn beschuldigers, die hem oneerlijke praktijken en een misdadig leven verweten, gelijk hebben gehad. Zelfs in de laatste jaren was zijn leven geheel niet zonder blaam. Toch poogt May zich nog op allerlei manieren te verdedigen. Tevens verklaart hij, reeds in de gevangenis het plan te hebben ontworpen in zijn boeken een groote heldenfiguur, als edele mensch te doen optreden.
[1] | In: De Telegraaf, 22 juli 1912. |