Naar aanleiding van Karl May’s dood vinden we nog vermeld, dat hij in de 40 jaar van zijn schrijversloopbaan 273 boeken onder zijn eigen naam, en zeker meer dan 24 onder pseudoniem heeft geschreven. May was van alle markten thuis; hoewel Protestant, schreef hij in Katholieke bladen bijdragen van beslist Roomsche kleur; ook zeer twijfelachtige „zedenromans” zijn uit zijn pen gevloeid. Of hij bepaald pornografisch werk leverde is nog niet uitgemaakt, hoewel het wordt vermoed. Hij verdiende veel geld. Uit de colportage-romans, die de firma Münchmeyer uitgaf, trok hij nog voor een paar maanden ƒ 180.000. In den laatsten tijd deed hij zichzelf concurrentie aan met romans onder den „schuilnaam”: Dr. Carl Mai, maar had als zoodanig geen succes. Zeer talrijk zijn ook zijn reisverhalen, waarvan ongeveer 1870—1880 alle mogelijke dag- en weekbladen en tijdschriften vol stonden, en waarbij hij steeds in een noot „de bekende wereldreiziger” werd genoemd, terwijl hij, zooals bij zijn proces nog bleek, nauwelijks gereisd had.

[1]	In: De Telegraaf, 04 april 1912.

Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.