[...]
Men herinnert zich dat Karl May, de schrijver van vele avontuurverhalen, het eenige maanden geleden met een journalist te kwaad had, die beweerde dat hij al zijn avonturen verzon, nimmer over de grenzen geweest was, en vroeger van diefstal en rooverij had geleefd. De journalist, door May aangeklaagd, werd vrijgesproken.
Daarbij liet de schrijver het niet zitten. Hij diende een nieuwe klacht in tegen den man die het materiaal had geleverd voor het onaangename dagbladartikel. Deze, de boschwerker Krügel, had zich gisteren voor de rechtbank te Hohenstein-Ernstthal (Saksen) te verantwoorden. Hij bleek de verhalen welke hij aan den journalist had gedaan, van zijn broeder te hebben, wiens dagboek, waaruit bewezen zou kunnen worden dat schrijver tot de rooverbende van Karl May had behoord, verloren was gegaan. Zo maakte de beklaagde een vrij onnozel figuur en moest hij ten slotte genoegen nemen met het afleggen eener verklaring waarin hij zijn spijt betuigt over het gebeurde en Karl May in zijn eer herstelt.
[1] | In: Algemeen Handelsblad, 10 augustus 1910. |